donderdag 29 september 2011

De 1000 eilanden

Tien uur 's avonds begin ik meestal met het schrijven van een nieuw bericht. Evenzo ook vandaag. Op het moment van schrijven zit ik in een hotel in de buurt van Toronto, in Mississauga. Dat is een wijk van - of beter gezegd een stadje naast - Toronto, met driekwart miljoen mensen. Niets toch?

Ik ben moe, ben ook vandaag nog verkouden geweest en heb nu ook nog een enorme droge keel, wat ik er ook aan doe. Toch heb ik vannacht goed geslapen, tot een uurtje of zes toen de buren opstonden. In de kamer naast mij zaten Japanners die nasaal bijeen clusterden in de kamer naast de mijne. Geklepper, het geluid van open- en dichtgaande deuren en een haardroger maakten mij goed wakker.

Na het ontbijt gingen we voor een laatste keer een stuk door Ottawa rijden. We kwamen langs enkele ambassades, langs de wijk waar de Nederlandse familie verbleef tijdens WO2 en ook zagen we een complete colonne van politieauto's die straat na straat blokkeerden. Gelukkig konden wij doorrijden en zagen we ook de achterkant van de stoet: iemand in een zwarte auto, omringd door nog vier zwarte auto's en enkele politiemotoren en -auto's. Wie weet ik niet, maar diegene was vast belangrijk!

Daarna reden we goed door. We reden langs het Ontario-meer en maakten daar ook een bijzondere stop: een uur durende cruise langs de 1000 eilanden. Veel mensen hebben daar een zomerhuisje of zomerkasteel staan. Een leuke plaatsje trouwens, dat Rockford. Ongeveer driehonderd inwoners, maar de meeste dagen kregen ze meer dan vijftig tourbussen op bezoek.
Na de cruise gingen we in hetzelfde dorpje eten. We konden een lopend buffet doen, maar daar waren ook veel Jappen en de rij was aanzienlijk. Met vier man besloten we in het cafeetje ernaast te gaan zitten, waar we heerlijk gegeten hadden.
Toen we in de bus vroegen hoe het eten was, hoorden we alleen maar klachten: niet heel warm, superdruk en de Japanners drongen de hele tijd voor. Een goede keus maakten wij dus, ook al was het eten drie dollar duurden. We gaven we een royale fooi, dus hetwas veel beter!

Eenmaal weer in de bus reden we door naar Toronto. We kwamen langs de boerderijen waar de Macintosh familie appels begon te groeien en zijn nog even in de fabriek voor hun taarten geweest. Er was een optie om een stuk taart te kopen, maar het eten zat bij mij nog hoog zat, dus ik paste voor de gelegenheid. En ja, ik had wel wat mee kunnen nemen, maar dat zal dan waarschijnlijk niet helemaal goed zijn aangekomen. Helaas dus!

Toen we rond vijven in de buurt van Toronto kwamen, werd het verschrikkelijk druk. Lange files voor iedereen die in of uit de stad wilde komen. Ook wij stonden dus lange tijd in de file. Dat gaf mij de gelegenheid om eens een tijdje met de chauffeur te praten. Hij heeft dit jaar alleen al meer dan honderddertig duizend mijlen gereden, 200.000+ km. Dat is veel!!!

Eenmaal in het hotel zijn we met drie man naar een Ierse pub geweest waar we wat dronken en een betej aten. Er trad een livebandje op die klassiekers speelde van de Beatles tot Lynrd Skynrd, Sweet home Alabama tot Country roads. Erg leuk!

Morgen wordt er een toer van en door Toronto gemaakt, waarna we de middag vrij hebben. Op naar de CN Tower dus, een toren van ietsje meer dan vijfhonderd meter. Op naar de hoogten!

Tot de volgende keer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten