zondag 30 augustus 2015

#Boekperweek 17

We vliegen door met de volgende twee boeken, nummer 32 en 33.

The Art of War
Sun Tzu


Een van de boeken die in mijn huidige cursussen als aanrader beschreven staat is dit eeuwenoude boek waarin generaal Sun Tzu zijn wijsheden doorgeeft. Tegelijkertijd wordt dit boek op dit moment nog steeds gebruikt door verschillende bedrijven wereldwijd en, kijkend naar de inhoud van dit boek, dat is hartstikke logisch.

De lessen uit dit boek hebben ook nu nog steeds zin en inhoud. Ken je vijand, weet wanneer en waar je wel en niet aanvalt en houdt oog op jezelf en je eigen leger. En nu lijkt het dus allemaal over oorlog en vrede te gaan, maar kijk eens verder: je vijand kan net zo goed je concurrent zijn. Let op je eigen bedrijf, weet waar en wanneer je beter kan concurreren met de 'vijand' en ga maar daar maar mee door.

Er zijn enkele lessen die de generaal doorgeeft waar zelfs jij en ik wat aan hebben. Ook al leest het boek niet supersnel weg - het zijn immers lessen en die moest ik wel even op me laten inwerken - toch is het een goede verrijking voor mijzelf.


It's a Kind of Funny Story
Ned Vizzini


Stel dat je vijftien jaar bent en op één van de beste scholen van het land zit. Niets mis mee, toch? Voor Craig is er echter wel iets aan de hand: hij voelt het als een enorme last op zijn schouders. Zelfs zo'n last dat hij zelfmoordneigingen krijgt en dan doet wat voor hem in dit geval het allerbeste is: hij checkt zich in bij het ziekenhuis.

In het ziekenhuis is op dat moment een renovatie bezig, waardoor hij als jongere ineens bij de volwassenen op de afdeling wordt gezet. Daar wil hij zijn leven weer op orde krijgen, met de hulp van zijn dokter.
Ook ontmoet hij daar Noelle, een meisje dat net als hij problemen heeft. Door haar en de anderen merkt hij dat zijn problemen nog wel meevallen.
Dit boek is ook verfilmd onder dezelfde naam, mocht je interesse hebben.

woensdag 26 augustus 2015

Māui en de zon

Op een avond waren Māui en zijn broers bezig om het eten klaar te maken. Ze hadden een gat gegraven in de grond en waren net klaar om de kolen in het gat te laten zakken toen de zon al onder ging. Ontdaan door het feit dat ze - alweer - in het donker moesten eten, sprak hij de mensen daar aan:
"Elke dag haasten we ons om al het werk te doen en ons eten te verzamelen voordat het donker wordt. Waarom zouden we slaven van de zon zijn? Ik zal de zon vangen en hem leren om langzamer langs de hemel te gaan!"

Eén van zijn broers begon te lachen en zei: "Het is onmogelijk om de zon te vangen: hij is groter dan alle vogels die je al gevangen hebt."
Een andere broer haakte aan: "De hitte en de vlammen zullen je levend verbranden."
"Ik denk dat hij een zonnesteek heeft opgelopen," zei een derde broer en iedereen schoot in de lach.

Toen het gelach wegzakte, nam Māoi de heilige kaakbeen van zijn voorouders van zijn riem en zwaaide er mee door de lucht.
"Ik heb vele dingen gedaan waarvan jullie zeiden dat het onmogelijk was. Ik heb vuur gehaald van Mahuika, de zonnegod, ik heb de grootste vis gevangen, ik ben in de onderwereld geweest, en nog veel meer. Met dit heilig kaakbeen - aan mij gegeven door onze grootmoeder Muri-ranga-whenua - en met jullie hulp zal ik de zon overwinnen!"

De meerderheid van de mensen gaf toe dat Māui vele bijzondere dingen gedaan had en besloten hem te gaan helpen in zijn missie.

Die ochtend liet Māui zijn stam grote hoeveelheden vlas verzamelen. Hij leerde hen die middag om van vlas touw te maken, een handigheidje dat hij geleerd had in de onderwereld. Zo maakten ze verschillende touwen. Na vijf dagen waren alle touwen gereed en bezweerde Māui de touwen.

"Taura nui, taura roa, taura kaha, taura toa, taura here i a Tamanuiterā, whakamaua kia mau kia ita!"

Tamanuiterā boven het Pukaki-meer in NZ
(eigen foto)

Die nacht namen Māui en zijn broers de touwen mee naar het oosten, de plek waar de zon het vroegst verschijnt. Ze verstopten zich onder bomen en tussen de bosjes zodat de zon hen niet zou zien aankomen. Ze namen water mee in hun waterzakken terwijl ze reisden, want Māui had gezegd dat ze deze nodig hadden voor de komende taak.

Op de twaalfde nacht kwamen Māui en zijn broers aan een klif, een bloedrode put die mijlenver de aarde in leek te zakken. Binnenin die put lag Tamanuiterā, de zon, te slapen. De broers waren stiller dan muizen, doodsbang om wat er zou gebeuren mocht de zon wakker worden.
Māui liet zijn broers direct vier hutten maken aan de zijkanten van de put om de lange touwen te verbergen. Voor de huizen gebruikten ze water om de klei zachter te maken, zodat ze een muur voor zichzelf konden bouwen. Tenslotte liet Māui zijn broers een strop maken die boven de put lag, om net op tijd klaar te zijn. De zon ontwaakte net.

Māui fluisterde de laatste instructies naar zijn broers; "Wanneer Tamanuiterā omhoog komt en zijn hoofd en schouders door de strop heeft, dan roep ik en trekken we allemaal aan de touwen, oké?"

Een van zijn broers werd bang en wilde wegrennen nu hij nog tijd had. "Waarom doen we dit ook alweer?" vroeg een ander. "Waanzin!" riep een derde.
"We zullen levend verbranden! Als we nu weggaan redden we misschien onze levens nog." De broers probeerde weg te sluipen maar Māui zag ze vanuit zijn ooghoeken.
Hij zei: "Als je nu weggaat, ben jij het eerste wat de zon ziet wanneer hij uit de put omhoog komt. Dan ben je de eerste die sterft. We kunnen niet meer terug!"

De broers hadden geen tijd meer om te antwoorden. De zon was wakker geworden en rees op uit de diepe put. Iedereen rende snel terug naar zijn hoek en hield het touw vast, klaar om het aan te trekken wanneer Māui het sein gaf. Ook hij verstopte zich en wachtte af.

Tamanuiterā kwam langzaam uit zijn put omhoog, niet wetend dat er een valstrik op hem te wachten stond. Zijn hoofd ging door de strop en daarna ook zijn schouders. Māui sprong op en riep naar zijn broers: "NU!!"

Zijn broers waren op het eerste ogenblik te bang, maar Māui riep nogmaals: "Snel nu, voordat het te laat is en we levend verbranden!"

Juist op dat moment keek de zon op en zag Māui staan, recht voor hem. De zon was furieus. Hij gooide een vuurbal naar Māui maar deze bukte net op tijd, terwijl hij zijn touw verder aantrok en de bezwering nog eens riep.

"Taura nui, taura roa, taura kaha, taura toa, taura here i a Tamanuiterā, whakamaua kia mau kia ita!"

De broers sprongen op uit hun schuilplaats, pakten hun touwen op en trokken de strop dicht, net voordat Tamanuiterā zichzelf kon bevrijden.

"Aaarrrhh" brulde de woedende zon.

Māui probeerde koel te blijven in de intense hitte van de zon en liep, stapje voor stapje, dichter naar de zon toe. Hij pakte zijn heilige kaakbeen, hief het boven zijn hoofd en sloeg het neer op de zon. De magische krachten van het kaakbeen flitsten als de bliksem toen het de zon raakte.

"Waarom doe je me dit aan?" huilde Tamanuiterā.

"Vanaf nu," antwoordde Māui, "zul je langzamer langs de hemel gaan. Nooit meer zal de lengte van een dag bepaald worden door jou!"

Tamanuiterā probeerde zichzelf los te worstelen, maar opnieuw liet Māui de kracht van het kaakbeen voelen. Na een korte, hevige strijd gaf de zon de strijd op.

Māui instrueerde zijn broers om de touwen los te laten. De zon rees langzaam omhoog de lucht in, moe en verslagen.

De dagen werden daarop langer voor Māui en zijn volk. Ze hadden meer dan genoeg tijd om te vissen, eten te verzamelen en hun taken uit te voeren.
De krachten en vermogens van Māui werden nooit meer in twijfel getrokken: hij was er immers in geslaagd om de zon te temmen. En sinds die dag heeft Tamauiterā niet meer snel langs de hemel gereisd.

---

Dit verhaal komt uit Nieuw Zeeland, het is één van de Māori mythen. Mogelijk zullen er later nog meer verhalen van Māui komen, aangezien deze allemaal wonderlijk zijn.

Zeus en Lycaon

De god Zeus had gehoord dat er op de aarde meer en meer gevochten werd. Dit kon natuurlijk niet - de mensen moesten hem dienen - dus besloot hij een kijkje te nemen.
Hij vertrok naar een man die als tiran bekend stond om met eigen ogen de schade op te nemen. Lycaon, zijn gastheer was de koning van Arcadia: het gebied in het midden van het Griekse schiereiland.

Zeus kondigde zijn aankomst aan, maar Lycaon die was niet overtuigd. 'Hij, een god? Dat zullen we dan wel eens zien.'
Hij besloot een maaltijd te laten maken voor zijn gast - hetgeen gebruikelijk was - maar in plaats van dierenvlees besloot hij menselijk vlees te gebruiken. En dan niet zomaar iemand, hij nam een krijgsgevangene uit de streek Molossia. En laat die streek bekend staan om zijn vele tempels gewijd aan Zeus.
Lycaon bedacht dat als Zeus echt een god zou zijn, hij wel het verschil zou proeven tussen mensen- en dierenvlees. Hij had echter niet rekening gehouden met de mogelijkheid dat Zeus was wie hij zei dat hij was. Zeus nam nog geen hap van het vlees maar keek Lycaon alleen maar aan.

Die avond gaf Lycaon Zeus een kamer in zijn paleis om te overnachten. Ook hierbij had de gastheer een plan: hij wilde Zeus in zijn slaap vermoorden. Dat hij het vlees niet gegeten had... ach, de man zou vast geen honger hebben gehad. Wel raar dat hij wel veel andere dingen at, maar het vlees niet aanraakte.

Met een mes in de aanslag ging Lycaon door de geheime gangen naar de kamer waar Zeus sliep. Daar opende hij zachtjes de geheime deur en sloop naar het bed. Hij haalde diep adem en keek nog eens naar de slapende gestalte. Een duidelijke bobbel, met een borstkas die op en neer ging... ja, dat moest wel de gast zijn.
Zonder nadenken haalde hij uit met zijn mes. Zijn mes raakte echter niets anders dan lucht. En Zeus? Die stond binnen een oogwenk naast hem, pakte zijn mes af en vervloekte hem.

Lycaon zou elke keer bij volle maan veranderen in een wolf om wat hij gedaan heeft.

Bron: Wikipedia


---

Dit verhaal komt deels uit de werken van Ovidius en Appolodorus. Tevens een leuk weetje: Lycantropie komt uit deze mythe voort.

zondag 16 augustus 2015

#Boekperweek 16

Boek 30 en 31 komen vandaag aan de beurt. Dit allemaal in de uitdaging die de bibliotheken van Nederland zijn gestart. Zij stelden ons voor de uitdaging om (minimaal) één boek per week te lezen. Daarom mijn tweewekelijkse blog waarin de boeken van die weken bij langs ga.
Afgelopen week was tevens de laatste week van de zomervakantie, waarin ik - doordat het weer niet helemaal mooi was - ook vele kinderboeken heb gelezen, vaak meerdere per dag. Toch pak ik twee boeken er even tussenuit.

Gestolen Leven
Adam Johnson

De Pulitzer Prize-winnaar van 2013 kwam enkele weken bij mij langsgerold. Het boek dan, laat ik wel eerlijk blijven. Diegenen die mij goed kennen, weten dat Noord-Korea nog hoog op mijn lijstje staat met nog te bezoeken landen. Helaas gaat het aanvragen van een visum niet verschrikkelijk goed, anders zou het een stuk hoger staan op mijn lijst.
Dit boek gaat namelijk over dat land. De auteur heeft flink wat research gedaan en komt met een verschrikkelijk mooi boek.

Het gaat over het leven van Pak Jund-Do. Hij klimt omhoog op de maatschappelijke ladder in zijn leven. Van tunnelsoldaat, kidnapper tot radiospion op een vissersboot, hij leert te overleven. Ook al betekent dat voor hem dat hij moet liegen. En als hij daar dan ook nog mee weg komt...

Mees Kees op Kamp
Mirjam Oldenhave

De klas van Mees Kees mag op kamp. Een week lang avonturen beleven, wat een feest. Maar helaas moet de week van Dreus wel een werk-week worden, en is Mees Kees niet alleen: ook meester Hank gaat mee. Maar als laatstgenoemde bij het opzetten van de tent al door zijn rug gaat...

Tompouce voor ontbijt! Zwemmen met de gids van het WonderWaterWereld-museum en Chinezen met de man van wie ze de portemonnee hebben gevonden... Jammer dat het maar één week is...

Wederom een leuk boek in de serie over Mees Kees en zijn fantastische klas.

zondag 2 augustus 2015

#Boekperweek 15

Boek 28 en 29 zijn aan de beurt, dus laten we direct beginnen.

Time of Contempt
Andrzej Sapkowski

Het derde boek dat ik lees van Andrzej, wederom over Geralt van Rivia. Dit boek gaat echter meer over Ciri, de prinses die tevens ook de pleegdochter van Geralt is. Ook Yennefer van Vengerberg houdt zich met haar opleiding bezig, waardoor ze nu niet alleen als witcher wordt opgeleid, maar ook als magister. Maar er zitten nog steeds mensen achter haar aan. Ze heeft immers het 'elder-bloed', wat haar nog bijzonder-der maakt dan dat ze al is.
De afgelopen maanden heeft ze Geralt niet gezien omdat Yennefer haar bij de tempel van Melitete onderwees.

Bij de magische conferentie van Gors Velen, waar vele magiërs bijeenkomen worden Ciri en Geralt weer verenigd, maar de vraag is voor hoe lang. Zeker nadat verraad aan het licht komt... Ciri weet via een portaal weg te komen, maar wat er aan de andere kant van het portaal zit, weet ze niet...

Het Wonderkabinet
Brian Selznick

Mocht je nog een boek zoeken wat bijzonder mooi is, hoef je niet verder te zoeken. De boeken van Selznick zitten vol met vele plaatjes die het verhaal maken zoals het is. En als ik vele plaatjes zeg, bedoel ik echt pagina na pagina vol. Zijn verhaal bestaat uit woorden en tekeningen.
Mogelijk heb je nog nooit van deze auteur gehoord. Dat is mogelijk. Hij heeft meerdere boeken geschreven, maar die zijn - helaas genoeg - minder bekend dan zijn boekverfilming van zijn boek over Hugo Cabret, de film genaamd Hugo. Deze won enkele Oscars en staat bij mij vooral bekend vanwege de vele details (en de geschiedenis van de film)

Het wonderkabinet gaat over twee kinderen. Ben - wiens verhaal geschreven is - woont sinds de dood van zijn moeder bij zijn oom en tante in New York. Rose - wier verhaal getekend is - leefde enkele decennia eerder met haar vader in New York en was geobsedeerd door een filmster. Maar wat de twee verhalen combineert... Dat laat ik aan jou over!