zondag 24 februari 2013

50 Books - vraag 7

Vraag zeven in de reeks van de #50Books-Challenge van Petepel.

Lees jij alleen in het Nederlands?

Nee. Alhoewel ik de eerste jaren van mijn leven logischerwijs enkel Nederlandse boeken gelezen heb, ben ik sinds in op de middelbare school zat meer talen gaan lezen. Een Duits boekje hier voor Duits - alhoewel ik dat dus nu nooit meer doe omdat mijn Duits abominabel is - en een Frans boekje daar.
Franse boeken lees ik slechts heel zelden.

Engelse boeken daarentegen komen steeds meer in mijn boekenkast voor. Sinds ik ben begonnen met het lezen van Engelse boeken, zo'n drie jaar geleden, komen er meer Engelse boeken dan Nederlandse boeken voorbij. Alhoewel ik nu een Nederlands boek op mijn nachtkastje heb liggen, en er ook één bij de boekhandel heb laten bestellen, heb ik net drie Engelse boeken uitgelezen.

Dit betekent niet dat ik Elke boek in de oorspronkelijke taal wil/moet lezen. Zeker niet. De Engelse boeken die ik kies zijn veelal boeken die makkelijk lezen, zodat het Engelse aspect het voor mij wat leuker maakt. Zoals bijvoorbeeld de boeken van Suzanne Collins (Hunger Games) Stephenie Meyer (Twilight/Host) en Rick Riordan (Percy Jackson).
Toch heb ik vele Griekse mythen in de Engelse versie liggen, omdat ik van mening ben dat het vertalen van een vertaling de tekst niet ten goede komt. Denk maar eens aan de tv-programma's die belachelijk slecht vertaald zijn. Die kijk ik ook liever zonder ondertitels.

Lees jij ook meer dan alleen Nederlandse boeken?

En de Oscar gaat naar...

Vanavond zijn in Hollywood de Oscar-uitreikingen. Een avond waar door veel filmliefhebbers halsreikend naar wordt uitgekeken en waar ook flink over gespeculeerd wordt, maar gelukkig hoeft u nadat u dit gelezen heeft niet meer te speculeren over de belangrijkste categorieën, want daar zal ik mijn licht even over doen schijnen.

Om even een opsomming te maken over de grootste kanshebbers:

  • Lincoln: 12 nominaties [2 Oscars gewonnen]
  • Life of Pi: 11 nominaties [4 Oscars gewonnen]
  • Les Misérables: acht nominaties [3 Oscars gewonnen]
  • Silver Linings Playbook: acht nominaties [2 Oscars gewonnen]
  • Argo: zeven nominaties [3 Oscars gewonnen]
Beste Film
Alhoewel Lincoln van tevoren gezien werd als de te kloppen film, ben ik van mening dat de film Argo, net als Lincoln een echte Amerikaans heldenverhaal, de winnaar gaat worden van de beste film. Daarom verwacht ik Argo als winnaar te zien, gevolgd door Lincoln en Silver Linings Playbook. [Winnaar: Argo]

Beste Regisseur
Tja, aangezien de regisseur van Argo niet eens genomineerd is voor deze prijs, zal deze prijs mogelijk in handen vallen van Steven Spielberg (Argo) Maar laten we Ang Lee (Life of Pi) en Michael Haneke (Amour) niet uitvlakken. Zij hebben ook een kans. [Winnaar: Ang Lee]

Beste Mannelijke Hoofdrol
Daniel Day-Lewis (Lincoln) is de te kloppen man. Ik vermoed dat deze de prijs ook wint. Alhoewel Cooper, Jackman, Phoenix en Washington allemaal geweldige namen zijn, wint de hoofdrolspeler uit Lincoln deze Oscar. [Winnaar: Daniel Day-Lewis]

Beste Vrouwelijke Hoofdrol
Dit is een moeilijke: er zijn vijf vrouwen genomineerd waarvan er drie echt super gespeeld hebben in hun film. Emmanuelle Riva (Amour) lijkt een outsider, maar Amour is zeer hoog gewaardeerd. Jessica Chastain (Zero Dark Thirty) heeft een knappe rol te pakken in haar film, maar in mijn mening gaat Jennifer Lawrence (Silver Linings Playbook) deze Oscar pakken. [Winnares: Jennifer Lawrence]

Beste Mannelijke / Vrouwelijke Bijrol
Robert de Niro (Silver Linings Playbook) en Anne Hathaway (Les Misérables) [Winnaars: Waltz en Hathaway]

Beste Originele / Bewerkte Script
Amour en Argo [Winnaars: Django Unchained en Argo]

Beste Animatiefilm
Alhoewel ik denk dat Wreck-it Ralph wint, hoop ik dat Brave het beeldje meeneemt. [Winnaar: Brave]

Beste Buitenlandse Film
Amour. [Winnaar: Amour]

---

Op Maandag 25 februari geüpdatet: de winnaars staan in rood aangegeven

---

Dat zijn mijn ideeën voor vanavond/vannacht in Hollywood. We zullen zien hoeveel ik juist voorspel.
Even het overzichtje:

Laatst Gelezen Boek: The Host - Stephenie Meyer
Laatst Gekochte CD: The Truth About Love - P!nk
Laatst Geziene Films: Resident Evil: Retribution (2012) The Italian Job

vrijdag 22 februari 2013

Meleager


Het voorlopig laatste verhaal uit deze serie van vijf verhalen uit de Griekse mythologie in de voorjaarsvakantie komt van een jonge held wiens leven wel erg verbonden is met een ander iets.
Voordat ik echter begin, verwijs ik u even weer naar het verhaal van Atalanta, want het leven van Meleager en haar waren verbonden. Door liefde voor haar stierf hij, om het maar hard te zeggen. Om even in het verhaal te komen, lees dit.

Het verhaal is beschreven in drie grote werken. Apollodorus, Homerus en Ovidius schreven er over, maar de laatste heeft het leeuwendeel geschreven. Vandaar dat het meeste van het verhaal uit de Metamorphosen van Ovidius komt.

Ovidius
'Meleager'

In de tijd dat koning Oeneus koning was, liep er in zijn stad een jongen rond die werd aangezien als zijn zoon. Zijn naam was Meleager. Zelf dacht hij dat Ares, de god van de oorlog, zijn vader was, maar dat geheel terzijde. Bij zijn geboorte waren er al bijzondere dingen gebeurd.

Zijn moeder kreeg namelijk op het kraambed bezoek van drie vrouwen. Deze drie vrouwen waren de Moirai, de schikgodinnen.
Deze drie dames werden veelal afgebeeld als drie oude vrouwen, waarbij de ene een draad spint, de tweede deze oprolt en de derde deze draad weer afknipt. Ze worden gezien als de godinnen van het lot: de eerste maakt je leven en je daden, de tweede houdt je leven bij elkaar en de derde bepaalt waar het eindigt. Er werd gezegd dat zelfs de goden bang waren voor deze drie vrouwen, want wat zij zeiden kwam uit.

Meleagers' moeder kreeg dus bezoek van deze drie vrouwen op haar kraambed. Ze vertelden haar dat zolang dat ene blok hout in het haardvuur lag, haar zoon zou blijven leven. Maar zodra het blok hout op was, was zijn leven ook voorbij.
Zijn moeder, Althaea, spring uit bed en brandde haar handen bij het weghalen van het blok hout uit het vuur, waarmee ze zo zijn leven redde. Het restje hout bewaarde ze op een veilige plek, waar niemand erbij kon en zeker vuur het niet zou vinden.

Meleager groeide op tot een sterke, jonge man die bij veel van zijn stadsgenoten in hoog aanzien stond. Hij was één van de opvarenden van de Argonaut (mogelijk dat verhaal later nog eens) en beleefde met hen avonturen en kwam als held weer terug.

Nu komt het verhaal van Atalanta erbij, want op een dag vergat koning Oeneus een stuk vlees te offeren aan Artemis, die op haar beurt een groot, verwoestend zwijn stuurde. Voor de rest van dit verhaal verwijs ik door naar het verhaal van Atalanta.

Toen de buit verdeeld was, en Atalanta de huid kreeg, kwamen twee ooms van Meleager in opstand. Een vrouw die de buit won? Schande! Dat mocht niet. Ze waren heimelijk van plan om Atalanta te vermoorden, hetgeen Meleager hoorde en ze afraadde. Hij verbood het hen en toen ze het wel deden, vermoordde hij hen zodat Atalanta zou overleven.

Enkele dagen later, toen Atalanta weer van het toneel was verdwenen kwam Meleager thuis en vertelde tegen zijn vader en moeder wat er gebeurd was. Beiden waren ontzet en zijn moeder liep boos weg. Zijn vader begreep dat hij het had gedaan uit liefde voor de heldin, maar het mocht niet baten.

Die avond, toen Meleager feest aan het vieren was, voelde hij een branderig gevoel van binnen. Het begon smeulend, maar op een gegeven moment leek het net alsof zijn ingewanden van binnenuit aan het opbranden waren. Hij gilde het uit en iedereen keek hem ontzet aan.

Alleen zijn moeder niet. Zij stond met een boos gezicht bij het haardvuur, waar ze een klein stukje van een houtblok door de vlammen zag verteren.

---

Meleager stierf. Zijn moeder was achteraf in shock en vermoordde zichzelf. Zijn vader had geen opvolger meer en werd min of meer verbannen. De gehele familielijn van Meleager schijnt daar ook te stoppen. Spot niet met de Moirai. 

donderdag 21 februari 2013

Cupido en Psyche


Het vierde verhaal in deze voorjaarsvakantie haal ik eens direct uit de Romeinse mythologie. De Grieken kenden wel een soortgelijk verhaal rondom Eros (de Griekse Cupido) maar het verhaal zoals Apuleius het in de tweede eeuw na Christus in het Latijns schreef is even leuk om zo te lezen.
Deze mythe legt uit hoe de begrippen 'liefde' en 'ziel' één en dezelfde zijn geworden.

Apuleius
'Cupido en Psyche'

Psyche was de dochter van een koning en de mensen vereerden haar. Ze was de mooiste van de drie dochters van de koning en men vergeleek haar zelfs met Venus (Aphrodite, de godin van de liefde) hetgeen de godin natuurlijk niet accepteerde. Zij zou wel even ingrijpen.
Ze stuurde haar zoon, Cupido (Eros, de god van de liefde) wel even om Psyche - haar naam betekent overigens 'ziel' - verliefd te laten worden op een afschuwelijk lelijke man of een monster of iets dergelijks. Aangezien beide goden wel vaker dit spelletje speelden, keek Cupido niet eens op.

Hij ging in het diepste geheim naar haar toe met zijn pijlen en boog, stond achter een muur klaar om te schieten en ademde diep in. Hij zou snel om het hoekje van de muur kijken, het meisje raken met een pijl en samen met zijn moeder lol hebben over welk leeghoofd op het meisje zou vallen.
Het gebeurde echter net ietsje anders: Op het moment dat Cupido zijn hoofd om de muur stak zag hij Psyche en was zo verbaasd over haar schoonheid dat hij de pijl uit zijn handen liet glippen en deze in zijn eigen voet liet vallen. Nu was hopeloos verliefd op Psyche.

Venus begreep maar niet waar Cupido bleef en snapte niet wat er was misgegaan. Er kwamen mannen genoeg om Psyche op te zoeken, te aanbidden om haar schoonheid, maar geen van hen vroeg ook maar om haar hand. Niemand wilde met haar trouwen, alsof iemand de kraan van de liefde had dicht gedraaid.
De ouders van Psyche stonden voor een compleet raadsel. Koningszonen kwamen van heinde en verre om haar te kunnen zien, maar geen van hen viel voor haar, of andersom. Haar ouders waren ten einde raad, totdat haar vader besloot dat hij wel even naar het orakel in Delphi zou gaan om navraag te doen.

Ondertussen was Cupido al lang bij zijn vriend - en medegod - Apollo geweest om hem alles uit te leggen. En toen de vader van Psyche bij het orakel kwam, hadden beide goden al een plan uitgewerkt. Het orakel vertelde de vader het volgende:
'Stuur Psyche in rouwkleding naar de rotsachtige heuvel. Daar zal haar nieuwe echtgenoot op haar wachten. Deze echtgenoot is een gevleugelde slang.'

Haar ouders waren ontzet, maar tegen het oordeel van het orakel in gaan was geen optie, dus ze namen afscheid van hun dochter en zetten haar op de heuvel neer te wachten. Een dag later kwamen ze terug, maar er was geen spoor meer van hun dochter, het was alsof ze was weggenomen.

Psyche was echter in slaap gevallen op de heuvel en toen ze wakker werd, was ze in een prachtig landhuis met talloze (onzichtbare) dienaressen die haar bij alles wilden helpen. Die avond ging ze naar bed, enerzijds benieuwd wie haar echtgenoot was, anderzijds bang voor hem.
Ze ging liggen, blies het vlammetje van de kaars uit en wachtte even alvorens ze merkte dat er iemand bij haar in bed kwam liggen. Ze bedreven de liefde en Psyche wist al gauw zeker dat deze man zeker geen slang of draak was. Toen ze de volgende ochtend zich omdraaide in de hoop haar man te zien, lag er niemand meer in bed.
Elke dag was ze alleen, enkel de onzichtbare dienaren waren er om haar te helpen en elke nacht was ze samen met haar man, die ze dus nog nooit gezien had. Ze vroeg zich wel af hoe hij er uit zag, maar samen hadden ze het goed en dat was voor haar genoeg.

Op een dag hoorde ze een van de dienaren zeggen dat haar zussen op de heuvel bloemen wilden neerleggen voor haar. Die nacht overlegde ze met haar man of ze toch misschien haar zussen gerust mocht stellen, of ze mocht vertellen hoe goed ze het had met hem. Ze was eenzaam, had niemand die ze kon zien en met wie ze kon praten en wilde graag haar zussen weer zien.
De man accepteerde haar voorstel, maar stelde wel een voorwaarde: 'Laat je onder geen beding overhalen om uit te vissen wie ik ben,' zei hij.

Die dag erop ging Psyche naar de heuvel en vond haar zussen. Het weerzien was een blije gebeurtenis, maar de beide zussen wilden wel weten wie haar zo mooi kleedde, wie de cadeaus gaf en zeker ook hoe haar man er uit zag.
Psyche vertelde alles wat ze wist, maar haar zussen waren daarmee niet tevreden. Ze lieten haar beloven om die nacht een kaars naast het bed te leggen, evenals een dolk. Slangen stonden er namelijk om bekend om zwangere vrouwen - Psyche was zwanger, zonder dat haar man het wist - op te eten. Haar zussen vertelden de meest gruwelijke verhalen over mannen die lief waren totdat hun vrouw zwanger was, om ze daarna op te eten. Vervuld met de horror ging Psyche weer naar huis, en deed exact wat haar zussen voorstelden.

Die nacht, toen Psyche zeker wist dat haar man sliep, pakte ze de dolk en stak de kaars aan. Ze draaide zich om en bekeek haar man, die absoluut geen monster was. Het was de mooiste man die ze ooit gezien had. Ze schrok een beetje ervan, en door de beweging viel er een druppeltje kaarsvet op haar man, die plots wakker werd en onmiddellijk verdween.
Hij vertelde dat hij Cupido was, dat ze hem verraden had en dat haar gebrek aan vertrouwen hun huwelijk had verprutst.

Cupido ging zo snel als hij kon naar zijn moeder, vertelde alles wat hem was overkomen en vroeg of hij zich over hem wilde bekommeren. Maar Venus liet Cupido achter in pijn omdat ze Psyche een lesje wilde leren.

Ze vond Psyche, zoekend naar Cupido en liet haar allerlei klusjes doen om haar te vernederen. Ze liet haar graankorrels uitzoeken op kleur, er van uitgaande dat dit dagen zou duren, maar Psyche kreeg hulp van mieren en toen Venus die avond terug kwam, was Psyche al klaar.
Venus gooide de korrels in boosheid weer door elkaar en kwam met een andere klus. Doordat ze de hele dag voor Cupido aan het zorgen was, zo zei ze, had ze geen tijd om naar de onderwereld te gaan en een schoonheidszalfje op te halen. Of Psyche dat even wilde doen.
Het lukte Psyche, maar voordat ze het zalfje aan Venus gaf, wilde ze zelf even ruiken hoe het rook en viel prompt in een diepe slaap.

Toen Cupido hoorde wat zijn moeder had gedaan, zocht en vond hij Psyche, maakte haar wakker en nam haar mee naar Olympus. Hij vroeg Jupiter (Zeus, de oppergod) of hij haar een godin wilde maken. Zeus ging akkoord, en bij de huwelijksceremonie op de berg Olympus traden Cupido en Psyche officieel in het huwelijk, Ziel en Liefde waren verenigd.

woensdag 20 februari 2013

Prometheus en Pandora


Na de afgelopen dagen het verhaal van Narcissus en Echo te hebben gelezen, evenals het bijzondere verhaal van Bellerophon, gaan we vandaag verder. Toch is hetgeen je straks gaat lezen iets anders, want na epische heldendichten en romantische liefdesverhalen ga ik vandaag weer even terug naar de basis: een deel van het scheppingsverhaal.
Alhoewel het gehele scheppingsverhaal zich moeilijk laat opschrijven - er zijn immers vele, vele versies van het verhaal - zijn de geleerden het over één ding bijna unaniem eens: Prometheus heeft de mensen geholpen.

Het verhaal komt van een aantal mensen - Aeschylus, Ovidius en uit de Homerische hymnen - maar het grootste deel heb ik gehaald uit de werken van Aeschylus, een dichter uit de vijfde eeuw voor Christus.

Aeschylus
'Prometheus en Pandora'

Nadat de titaan Prometheus samen met zijn broer Epimetheus alle levende wezens op de wereld had gezet - waarbij Epimetheus alle dieren gemaakt had en Prometheus de mensen - waren de goden vol lof over hun werk. Ze zagen de mensen namelijk enkel als wezens die hen zouden aanbidden.

Toch dacht Prometheus daar net iets anders over: hij gaf de mensen ook de gift van vuur, waarover de goden, Zeus in het bijzonder, in het geheel niet blij waren. Toch loste Prometheus dit goed op door het vuur ook een functie te geven in het aanbidden - hij gaf de goden dierenoffers. Echter...

'Zeus,' zei Prometheus op een avond, 'De mensen wachten op je. Ze hebben twee stapels gemaakt voor een offer, en jij mag degene kiezen die jij wilt. Dan zullen de mensen altijd dat deel van het dier aan je offeren.'
Zeus, lichtelijk gekalmeerd door de keus die Prometheus hem geeft, bekijkt de twee stapels. Bij de ene stapel lagen de ingewanden op het vel van het dier, terwijl de andere stapel glinsterde van het vet. Voor een man als Zeus was dit geen moeilijke keuze: 'Ik wil die stapel, de glinsterende!'

Prometheus lachte in zijn vuistje, wetende dat hij dit met de mensen al bekokstooft had. De ene stapel had al het lekkere en goede vlees, gewikkeld in de dierenhuid en met de ingewanden er bovenop, terwijl de andere stapel enkel de botten gewikkeld in het vet bevat.

Toen Zeus hierachter kwam, wilde hij wraak op de man die de mensen zoveel had geholpen. Hij verzon een list. Prometheus was hierop al wel bedacht, want hij liet zijn broer weten dat hij absoluut geen cadeau mocht aannemen van de goden. 'Vertrouw ze niet!' zei hij nog.

Prometheus - wat vooraf denkend betekent - en Epimetheus - wat achteraf denkend betekent - verlaten hiermee nog niet het toneel. Zeus zal iets later Prometheus vastketenen op een rots en een adelaar zijn lever elke dag laten opeten - zijn lever groeide elke nacht weer aan - totdat Heracles hem op een dag zal helpen.

Epimetheus kreeg echter een cadeau van de goden, een gift dat hij niet kon afslaan. Hij kreeg een meisje van hen, een meisje zo mooi...
Pandora, had van alle goden en godinnen wel iets meegekregen. Haar schoonheid kwam van Aphrodite, ze kon mensen overreden om dingen te doen (door Hermes) en kon geweldig muziek spelen en zingen (door Apollo) en zo verder. Haar naam vertaalt ook wel naar 'Alle gaven bezittend'.

Epimetheus was dus erg content met haar en liet haar, met al haar cadeaus en dingen die ze bezat, wonen bij de mensen. Eén van de dingen die Pandora bezat was een kruik - of een kist, men is het daar niet over eens, maar voor het verhaal laat ik het een kruik.
De goden zeiden tegen haar dat wat ze ook deed, ze de kruik nooit mocht openen. En dag na dag liep ze er langs, peinzend over wat daar dan nog in kon zitten.
Ze had zoveel mooie dingen van de goden gekregen, het kon haast niet anders of er zat ook iets moois in de kruik. Het moest haast wel. De goden hadden haar zoveel geholpen...

Op een dag kon ze de verleiding niet meer weerstaan. Ze liep naar de kruik en pakte deze vast. Ze schudde er even mee, rook eraan maar kon de inhoud ervan niet ontdekken, tenzij ze deze opende. En dat deed ze dan ook tenslotte.

Ze haalde de stop van de kruik en schrok zich een hoedje: duizenden monsters en geesten vlogen uit de fles, ziekten, natuurrampen, stormwinden en plagen...
Nadat ze van de schrik bekomen was duwde ze snel de stop weer op de kruik. Slechts één ding zat er nu nog in de kruik: hoop. De mensen hadden dus nog enkel hoop...

---

Je kan het eind van dit verhaal op twee manieren interpreteren:
- Alle ziekten en plagen zijn de wereld in gegaan, o nee...
- We hebben nog hoop! Er is nog hoop.

Welke manier je ook kiest, de 'doos van Pandora' wordt nu nog steeds gebruikt. Open deze niet, ook al is de verleiding zo groot...

dinsdag 19 februari 2013

Bellerophon, de Chimaera en de Pegasus


Het tweede verhaal wat ik dit jaar uitwerk is een verhaal dat vele vormen kent, ook in de hedendaagse tijd. Daar waar ik vorige keer de Echo en de Narcis 'verklaarde', ga ik nu enkel en alleen een avontuur doorgeven van een grote held uit de Griekse tijd. Maar zoals alle helden neemt ook bij Bellerophon zijn ego de overhand.

Dit verhaal heb ik geleend uit werken van twee van de grootste Griekse dichters uit de oudheid: Hesiodus en Homerus. Het eerste deel komt voort uit het werk van Hesiodus, het tweede stuk uit de 'Iliad', misschien wel Homerus' grootste werk, samen met de 'Odyssee'.

Ovidius / Homerus
'Bellerophon'

In Ephyre, de stad die later Korinthe zou gaan heten, was Glaucus de koning. Hij was een zoon van Sisyphos, de man die volgens een andere mythe in de onderwereld een steen de berg op moet rollen omdat hij het geheim van Zeus verklapt zou hebben.
Glaucus zelf was ook geen lieverdje voor de goden. Hij was een ruiter en gaf zijn paarden mensenvlees te eten omdat ze zo dapperder in de gevechten zouden zijn. En dit viel niet goed bij de goden: ze lieten hem eens van zijn strijdwagen vallen waarna zijn eigen paarden hem opaten.

In de stad was een jongen, Bellerophon, waarvan men aannam dat hij de zoon was van Glaucus. Het was een sterke, mooie jongeman die zelf echter andere ideeën over zijn vader nahield: hij dacht dat Poseidon zijn vader was. Zijn moeder Eurynome, een mens, zou zijn getraind door niemand anders dan Athena, dus Bellerophon zou al van vroegs af aan grote dingen kunnen laten zien.
Hij was echter maar van één ding onder de indruk: de vliegende paarden die zijn vader (Poseidon) zou hebben gemaakt. Hij ging dus ook op zoek naar een Pegasus.

Van een ziener - ditmaal eens niet Tereisias maar Polyidus - kreeg hij te horen dat als hij echt een Pegasus wilde vangen, hij maar eens een nachtje in de tempel van Athena moest gaan pitten.
In zijn tocht naar de tempel waren vele dichters gedichten aan hem aan het opdragen en veel schilders probeerden zijn charme en schoonheid op het doek vast te leggen.

Eenmaal in de tempel lag hij te sluimeren - de priesters en priesteressen lieten deze helden meestal met rust, straks zou hun god(in) boos op hen worden - hoorde hij een stem en zag Athena met iets van goud in haar hand staan.
'Sta op,' zei ze, 'dit is het voorwerp wat de Pegasus zal charmeren.' Daarna verdween ze weer.

Bellerophon wachtte geen moment en rende met het gouden voorwerp naar de velden waar de pegasi rondliepen. Hij zag een pegasus, liep er rustig op af met het voorwerp in zijn hand.
De pegasus schrok niet, viel niet aan en bleef zelfs rustig staan met zijn ogen gericht op het voorwerp, dat Bellerophon rustig op de grond voor het beest had neergelegd zodat hij hem kon zadelen.

In zijn bronzen pantser vloog hij glorieus op het magnifieke beest waarheen hij maar wilde. Het was ook best handig, want op deze manier hielp hij zijn stad talloze malen tegen dreigingen van buitenaf.

Op een dag gebeurde er iets, geheel als ongeluk - zonder dat beschreven wordt hoe het gebeurde, dat zijn leven veranderde. Hij vermoordde zijn broer per ongeluk.
In de daaropvolgende rechtszaak konden zijn familie en vrienden hem niet veroordelen: ze hechtten veel waarde aan hem en wilden de goden niet boos maken. Toch waren ze hem liever kwijt dan rijk. Daarom verzon één van hen een list: hij moest een brief brengen naar de koning van Lycië. Bellerophon aarzelde niet, greep een avontuur waar hij deze zag en bracht de brief weg.

De koning ontving Bellerophon, liet zich van zijn meest gastvrije kant zien en entertainde hem voor negen dagen alvorens hij om de brief vroeg. Toen hij de inhoud las, schrok hij. Hij kon toch niet zomaar de jongeman ombrengen? Dan zou hij de boosheid der goden op zich afroepen. Hij bedacht dus maar een queeste, een missie die Bellerophon vast niet kon overleven.

'Bellerophon,' zo riep de koning in zijn troonzaal uit, 'Bellerophon, ik heb een queeste, een avontuur voor jou. Ben je geïnteresseerd?'
De jongeman knikte gretig terwijl hij dichterbij kwam. 'Vertel,' zei hij.
'Bellerophon,' zei de koning terwijl vele van zijn landgenoten meeluisterden, 'er is hier in de buurt een monster dat mijn onderdanen al tijden angst aanjaagt. Ik zou graag willen dat je hem dood maakt.'
De mensen om hen heen hielden hun adem in. Vroeg de koning nu echt deze jongen om de Chimaera dood te maken?
'Vertel,' zei Bellerophon rustig, 'Waar is het en hoe ziet het er uit?'

Terwijl de koning vertelde hoe de chimaera er uit zag (het hoofd van een leeuw, het lichaam van een gigantische geit en de op staart het hoofd van een slang) en vertelde dat het in de streek al jaren schepen in de fik stak met zijn vuurspuwende slangenbek, blikte of bloosde Bellerophon niet.
'Oké.'
Hij klom op zijn pegasus, vond het dier en bestookte het vanuit de lucht met pijlen en speren totdat het monster dood was.

Daarna bedacht hij iets anders. Nu hij immers niet dood kon gaan (zijn ego was enorm opgeblazen) wilde hij de goden op Olympus bezoeken. Hij had immers zijn pegasus...
Hij vloog en vloog omhoog, het uiterste vragend van zijn rijdier, totdat de goden een simpel vliegje naar zijn paard stuurden en deze het lieten steken. De pegasus schrok dusdanig dat hij steigerde en Bellerophon viel naar beneden.

Sindsdien leefde Bellerophon als een mensenschuwe zonderling, de goden verafschuwend.
De pegasus echter kreeg een plekje in de stallen van Olympus.

---

Hoe Bellerophon de Chimaera verslaat is een verhaal apart: het staat vijfmaal in de oude boeken en vijfmaal is het geheel anders. Speren op het monster, doodgeschoten met pijlen, de hoofden afgehakt met een zwaard... Allerlei vormen kunnen, maar de juiste... ;)

maandag 18 februari 2013

Narcissus en Echo


Daar waar ik afgelopen jaar in het voorjaar al enkele Griekse mythen heb uitgewerkt - of Romeinse mythen  geannexeerd van de Grieken - hoop ik dit jaar daar mee verder te gaan. De vorige verhalen kan je allemaal vinden op mijn blog: ga aan de rechterkant van deze pagina naar het kopje 'Labels' en klik op 'Dummies'. Daar vind je ze allemaal. Van Pyramus en Thisbe tot aan Atalanta.

Het komende verhaal is een combinatie van twee verhalen, de ene komt uit de Homerische hymnen terwijl de andere geschreven is door Ovidius, een Romein.

Ovidius / Homerische Hymnen
'Narcissus en Echo'

Narcissus was aan de ene kant een gewone jongen, net als velen van ons, maar tegelijkertijd was hij ook bijzonder. Zijn vader, een mens, en zijn moeder, een bosnimf, waren niet een perfecte match. Nadat de vader van Narcissus hem verwekt had, vertrok hij weer. Zo gebeurde het in die tijd helaas wel vaker.

Narcissus lag hiervan geheel niet wakker. Zijn moeder hield van hem en hij was bijna net zo mooi als dat zijn moeder was. Elke dag weer werd hij schoner en mooier, en elke dag waren er meer nimfen die alles wel voor hem zouden doen.

Zijn moeder stuurde op een dag een boodschapper om de blinde ziener Tereisias (die overigens in vele verhalen voorkomt) op te halen. Ze wil zijn mening hebben over haar zoon. Eenmaal aangekomen vertelt Tereisias: 'Als hij geen misbruik maakt van zijn uiterlijk, zou hij wel eens erg oud kunnen worden.' Zijn moeder wist niet precies wat ze daarover moest denken. Blij, omdat hij dus erg oud kon worden, of verdrietig, omdat het dus ook zomaar fout kon gaan.

Narcissus maakte het zelf niet zo uit. Het liefst ging hij jagen of de wildernis in om maar alleen te zijn. Al die mensen die bedelden om zijn vriendschap of om zijn liefde... hij hoefde dat niet. En ook al vonden de mensen dat gek, toch vergaven ze hem weer als ze hem zagen. Zo mooi was hij.

Ondertussen zaten de goden ook niet stil. Zeus was weer eens op pad gegaan en zijn vrouw, Hera, was hem jaloers gevolgd. Zo kwam ze op een plek waar allemaal bosnimfen bijeen waren. Ze luisterde op een afstandje en hoorde één van hen de hele tijd met het hoogste woord praten. Omdat ze dacht dat dat meisje wel eens de nieuwe liefde van haar man zou kunnen zijn, vervloekte ze haar: Ze zou altijd het laatste woord hebben en nooit meer het eerste. Sindsdien zou ze Echo heten.

Haar mede-bosnimfen lachten haar daardoor uit en Echo, zonder dat ze dus tegenspraak kon bieden, vertrok en zwierf door de bossen. Ze schuwde mensen maar toen ze de beeldschone Narcissus zag, kon ze geen weerstand bieden. Ze bleef bij hem in de buurt - maar wel uit het zicht.
Ze droomde al van hem en haar samen, maar wist diep in haar hart dat dit onmogelijk was. Toch probeerde ze het.

Op een dag, terwijl Narcissus in de bergen was, bekroop hem het gevoel dat er iemand hem volgde. Hij begon te roepen: 'Hallo!' en hoorde als antwoord een zacht 'Hallo' daarop volgen.
'Is daar iemand?' riep hij daarna, en hij hoorde het woord 'iemand' weer zachtjes volgen.

'Waar ben je en waarom verstop je je voor mij?' riep Narcissus, en Echo herhaalde opnieuw: 'Waarom verstop je je voor mij?'

Narcissus keek weer om zich heen, om te zien wie daar was en riep toen: 'Kom te voorschijn.'
En Echo, blij geworden omdat hij haar wilde zien, zei: 'Kom te voorschijn,' terwijl ze uit haar schuilplaats liep naar hem om hem te omhelzen. Maar Narcissus, die liever alleen was, moest daar niets van hebben en hij ging op de vlucht terwijl hij riep: 'Van jou houden? Dan sterf ik liever.'
Echo kon alleen maar herhalen: 'Dan sterf ik liever!'

Echo dwaalde daarna alleen verder, zich verschuilend in grotten en putten.

Narcissus had hiervan niets in de gaten. Hij had dorst en wilde wat drinken. Dus toen hij een plas water vond om daar wat uit te drinken, dronk hij gulzig totdat hij, in het water iemand zag.
Hij werd op slag verliefd op de persoon die hij in het water zag en bleef maak kijken en kijken. Zijn schok was dan ook groot toen hij merkte dat hij het zelf was, naar wie hij kijk. Zijn eigen weerspiegeling in het water.

Toch bleef hij daar, aan het rand van het water, bij zijn eigen weerspiegeling. Enkele vrienden en vriendinnen kwamen langs en wilden hem meenemen naar huis, naar zijn moeder, maar Narcissus wilde niet. Hij zou blijven.
Enkele dagen later, toen de vrienden weer terug kwamen, zagen ze alleen nog wat botten liggen. Narcissus was gestorven. Maar tussen de resten kwamen wat mooie bloemen opzetten, die gaven ze maar zijn naam: de narcis.

---

Dit verhaal vertelt dus naast de oorsprong van de Narcis ook waar de Echo vandaan komt. 

zondag 17 februari 2013

50 Books - Vraag 6

Begin dit jaar begon Petepel zijn '#50BooksChallenge' die ik volg en beantwoord. Ook jij kan meedoen; schrijf gewoon jouw antwoord op de vraag!
Vandaag de zesde vraag:

Ben jij een muzieklezer?

Zoals ik ook al eerder schreef luister ik veel muziek. Er is altijd wel ergens muziek te horen en daar luister ik naar. Niet alleen muziek van de radio's - cd's en dvd's meegeteld - maar ook het vrolijke fluiten van vogels en het verkeerslawaai tel ik mee. Muziek is immers overal om ons heen: je moet het enkel opmerken (kijk bijvoorbeeld de film 'August Rush' eens)

Ook tijdens het lezen hoor ik allerlei zaken om me heen. Soms zet ik zelfs bijpassende muziek op, zodat mijn idee van het lezen versterkt wordt, een extra zintuig wordt aangezet. Zo had ik de filmmuziek van de 'LotR'-trilogie op bij het herlezen van de boeken van Tolkien en arrangeer ik wel vaker zulke bijpassende muziek.

Toch lees ik zelden iets over muziek. Geen muziekboeken, geen boeken vol bladmuziek... nee, muziek is iets wat ik veelal moet horen voordat ik het kan beleven. Vandaar dus ook de desinteresse voor muziekboeken.


Alhoewel, daar kan ik een kanttekening bij maken. Ik ben een anderhalf jaar geleden begonnen met het spelen van de ukelele en daarvoor gebruik ik wel een notenboek. Maar om eerlijk te zijn speel ik liever op youtube met iemand mee... Dat is veel makkelijker.

En jij?

woensdag 13 februari 2013

De andere kant van Valentijsdag


Nu ben ik alleen,
Opnieuw alleen, in het onbekende...
de grijze straat, de grijze stad,
waar moet ik heen, tot wie kan ik mij wenden?
De nacht komt dichterbij,
ik beeld me in: ze is bij mij...
Soms loop ik eenzaam door de nacht als burgers slapen vol vertrouwen,
ik denk aan haar, en droom van haar,
en laat haar mij gezelschap houden
's avonds laat na elf,
kan ik verdrinken, in mezelf...

Heel alleen, maar naast me in verbeelding,
wandelt zij, tot aan de grijze schemering
Ik verbeeld me: ze streelt me en omarmt me,
ik huiver, krijg het koud, m'n ogen dicht, haar lijf verwarmt me..
Het trottoir lijkt zilver in de regen,
De rivier, krijgt lichtjes in de nevel.
In 't duister zijn bomen vol met sterren.
wij lopen voort, zonder 'n woord, naar een leven in de verte.

En ik weet ik beeld me alles in,
Het zijn gesprekken met mezelf, en niet met haar.
Zij is blind, voor alles, 't heeft geen zin.
toch zeg ik, ik zie een weg voor ons.
Mijn liefste, als bij het ochtendgloren,
jij verdwijnt, wordt alles als tevoren.
dan kolkt weer die rivier, woest en verlaten.
de bomen kaal en allemaal weer vreemden in de straten.

mijn liefste, ik begin het nu te leren:
mijn bestaan vul ik met fantaseren.
Jouw wereld draait gewoon door, het zal jou niet deren.
dat ik daaraan geen deel meer heb terwijl ik als geen ander:
Je lief heb,

je lief heb, al ben ik dan... alleen...

---

Dit gedicht, dit lied, is een lied dat wordt gezongen door Éponine in de musical/ film/ boek Les Misérables, is de andere kant van Valentijn. Een gevoel waar ik me zeker in kan vinden. Vandaar dit gedicht, een dag eerder dan Valentijnsdag.

Denk ook aan zij die alleen zijn.

zondag 10 februari 2013

De wereld van het heden

Vandaag de dag zijn delen van het land bezaait met een koude, witte substantie die sneeuw wordt genoemd. Aan de ene kant is het heerlijk om dit te zien en het levert geweldig mooie plaatjes op, maar er is een keerzijde van die medaille. Een vrij grote keerzijde zelfs.

Want naast de kou, ijzige winden en overlast bemerk ik iets wat waarschijnlijk velen met mij merken: traagheid!

Elke dag dat ik aan het werk ben - hetgeen de afgelopen week vijf werkdagen was - begint het gedoe al voordat ik in mijn auto kan wegrijden. Ik mag eerst mijn ruiten krabben - hetgeen overigens niet heel erg is, want zodra ik dan wel mijn auto in ga is het in ieder geval een stuk warmer.
Daarna begint de verschrikkelijke tocht over de wegen, weliswaar schoon en goed berijdbaar, ik zeur niet, waar de mensen de gemiddelde snelheid tackelen door er minstens vijftig kilometer per uur onder te gaan zitten.

Ik rijd over diezelfde wegen, mezelf ondertussen op te eten omdat ze zo langzaam rijden. Op de snelweg, zeker met de sneeuw op de velden rondom de weg, snap ik best dat je geen honderdtwintig kilometer per uur durft of wilt halen. Maar dat je dan en masse zeventig gaat rijden...
Afgelopen donderdag had ik een man (of vrouw) voor me rijden die het in zijn (of haar) hoofd haalde om een vrachtwagen in te halen. Met zeventig kilometer per uur! De vrachtwagen reed zelf gewoon zelfs zeker tien km/u harder. De mensen lijken wel debiel te worden door dit weer.

Nadat ik na enkele minuten - gevoelsmatig wel enkele uren - achter de bestuurder had gezeten, zoefde ik er ook met 120 km/u langs. En met mij vele auto's die achter mij zaten.

Geloof me: als het ander weer is ben ik zelf ook alerter, zeker in het weer. Maar om nu belachelijk te doen... Blijf gewoon op die rechterrijstrook als je bang bent!

Tegelijkertijd mocht ik ook weer een avondje treinen. Nu heb ik geen vertraging gehad, de treinen reden gewoon op tijd en door (alhoewel ik wel de trein miste, maar dat kan ik mijzelf meer aanrekenen dan de NS) Toch kreeg ik woensdagavond al een bericht van de spoorwegen dat ze donderdag, omdat er kans was op sneeuw, met het aangepaste rooster gingen rijden.
De kans op sneeuw past dus de dienstregeling aan! Wat is het volgende? Omdat de zon schijnt rijden er meer treinen naar het zuiden? Het regent, dus wel halveren de treinen?

Zucht. Er is genoeg over het vervoer, waar dan ook, op te merken. Maar laten we het maar door de vingers glippen. Net als dat Belgische jochie dat vanwege zijn slechte rapport stiekem het vliegtuig pakte naar Spanje. Ik wou dat ik dat gedaan had...

Laatst gelezen boek: Les Misérables van Victor Hugo
Laatst gekochte CD: RED van Taylor Swift
Laatst geziene films: nvt (tijd is er niet in overschot) ;)

50 Books - Vraag 5

De vijfde vraag alweer in de uitdaging. Een nieuwe vraag, een nieuw antwoord. Wat brengt Petepel ons deze maal?

Welk boek lees je op dit moment?

Je zou denken dat dit een simpel antwoord zou krijgen. Geen gedoe, men leest immers maar één boek tegelijk? Nu is dat bij mij toch wel eens wat anders: slechts zelden lees ik slechts een enkel boek. Momenteel zijn het er drie - of eigenlijk zelfs vier, maar dat laatste boek is een boek waar ik moeilijk doorheen kom.

Om maar eens te noemen: Afgelopen week is het boek "Les Misèrables" van Victor Hugo uitgelezen en ben ik begonnen in "The Host" van Stephany Meyer. Dat is het boek wat ik voor mijn plezier lees.
Daarnaast lees ik - af en toe - een hoofdstukje uit "Metamorphoses" van Ovid, de Romeinse mytheverzamelaar. Dat doe ik dan vooral omdat de Griekse (en dus ook Romeinse) Mythologie me dusdanig interesseert dat ik er in blijf lezen. (tevens stukje reclame: in de voorjaarsvakantie zullen weer enkele mythes hier voorbijkomen! Houd het in de gaten!)

Voor de klas - ik blijf immers een leerkracht - lees ik op twee scholen het boek "Stijn, uitvinder" van René van der Velde voor. Een leuk en grappig boek, dat ik in mijn reizen naar de verschillende scholen waar in inval ook steeds bij me heb. En ook ik geniet van die verhalen.
Ten slotte ook nog het boek "Oorlog en Vrede" van Tolstoj, waar ik nog steeds door heen worstel.

Tja, dit is nu de opsomming van nu. Wat volgende week op mijn lijstje is dat weet ik niet, sterker nog: het zou me niets verbazen als in ieder geval twee van de vier boeken ineens veranderen!

Wat lees jij momenteel?

zondag 3 februari 2013

50 Books - Vraag 4

Nu alweer vraag vier van de serie van de 50 Books Challenge (van Petepel, zie hier vraag 4)
Komt de vraag:

Van welke auteur lees je alles, maar dan ook alles wat uitgebracht wordt?

Dit is een moeilijke vraag, zeker omdat ik niet zeker weet of ik ook daadwerkelijk alle boeken bezit of heb gelezen. En het zijn twee schrijvers, eigenlijk, met twee verschillende series of soorten boeken. De ene schrijver is Raymond E. Feist.

Sinds ik tijdens mijn middelbare schooltijd in contact ben gekomen met het fantasy-genre, lees ik daar nog regelmatig wat boeken van. Zijn eerste boek 'Magiër' heb ik dan ook talloze malen gelezen en herlezen, omdat het zo lekker wegleest. Ook de boeken die daarna komen bezit ik en heb ik gelezen. Ik kan echter niet verifiëren of ik ook daadwerkelijk al zijn boeken heb, simpelweg omdat hij nog enkele losse verhalen heeft geschreven in enkele bundels waarvoor hij geen credits heeft gekregen.
Maar, om maar aan te geven dat ik veel van zijn boeken heb: zijn eerste boek is tegenwoordig ook te koop als Graphic Novel, waarvan ik ook al de eerste drie delen bezit.

De andere schrijver is Dan Brown. Al zijn boeken wil ik gewoon hebben. Zijn stijl van schrijven, fictief met veel realistische dingen, die hij op magistrale wijze bijeen bindt, fascineert me.

En? Van welke schrijver wil jij alles lezen?