woensdag 20 februari 2013

Prometheus en Pandora


Na de afgelopen dagen het verhaal van Narcissus en Echo te hebben gelezen, evenals het bijzondere verhaal van Bellerophon, gaan we vandaag verder. Toch is hetgeen je straks gaat lezen iets anders, want na epische heldendichten en romantische liefdesverhalen ga ik vandaag weer even terug naar de basis: een deel van het scheppingsverhaal.
Alhoewel het gehele scheppingsverhaal zich moeilijk laat opschrijven - er zijn immers vele, vele versies van het verhaal - zijn de geleerden het over één ding bijna unaniem eens: Prometheus heeft de mensen geholpen.

Het verhaal komt van een aantal mensen - Aeschylus, Ovidius en uit de Homerische hymnen - maar het grootste deel heb ik gehaald uit de werken van Aeschylus, een dichter uit de vijfde eeuw voor Christus.

Aeschylus
'Prometheus en Pandora'

Nadat de titaan Prometheus samen met zijn broer Epimetheus alle levende wezens op de wereld had gezet - waarbij Epimetheus alle dieren gemaakt had en Prometheus de mensen - waren de goden vol lof over hun werk. Ze zagen de mensen namelijk enkel als wezens die hen zouden aanbidden.

Toch dacht Prometheus daar net iets anders over: hij gaf de mensen ook de gift van vuur, waarover de goden, Zeus in het bijzonder, in het geheel niet blij waren. Toch loste Prometheus dit goed op door het vuur ook een functie te geven in het aanbidden - hij gaf de goden dierenoffers. Echter...

'Zeus,' zei Prometheus op een avond, 'De mensen wachten op je. Ze hebben twee stapels gemaakt voor een offer, en jij mag degene kiezen die jij wilt. Dan zullen de mensen altijd dat deel van het dier aan je offeren.'
Zeus, lichtelijk gekalmeerd door de keus die Prometheus hem geeft, bekijkt de twee stapels. Bij de ene stapel lagen de ingewanden op het vel van het dier, terwijl de andere stapel glinsterde van het vet. Voor een man als Zeus was dit geen moeilijke keuze: 'Ik wil die stapel, de glinsterende!'

Prometheus lachte in zijn vuistje, wetende dat hij dit met de mensen al bekokstooft had. De ene stapel had al het lekkere en goede vlees, gewikkeld in de dierenhuid en met de ingewanden er bovenop, terwijl de andere stapel enkel de botten gewikkeld in het vet bevat.

Toen Zeus hierachter kwam, wilde hij wraak op de man die de mensen zoveel had geholpen. Hij verzon een list. Prometheus was hierop al wel bedacht, want hij liet zijn broer weten dat hij absoluut geen cadeau mocht aannemen van de goden. 'Vertrouw ze niet!' zei hij nog.

Prometheus - wat vooraf denkend betekent - en Epimetheus - wat achteraf denkend betekent - verlaten hiermee nog niet het toneel. Zeus zal iets later Prometheus vastketenen op een rots en een adelaar zijn lever elke dag laten opeten - zijn lever groeide elke nacht weer aan - totdat Heracles hem op een dag zal helpen.

Epimetheus kreeg echter een cadeau van de goden, een gift dat hij niet kon afslaan. Hij kreeg een meisje van hen, een meisje zo mooi...
Pandora, had van alle goden en godinnen wel iets meegekregen. Haar schoonheid kwam van Aphrodite, ze kon mensen overreden om dingen te doen (door Hermes) en kon geweldig muziek spelen en zingen (door Apollo) en zo verder. Haar naam vertaalt ook wel naar 'Alle gaven bezittend'.

Epimetheus was dus erg content met haar en liet haar, met al haar cadeaus en dingen die ze bezat, wonen bij de mensen. Eén van de dingen die Pandora bezat was een kruik - of een kist, men is het daar niet over eens, maar voor het verhaal laat ik het een kruik.
De goden zeiden tegen haar dat wat ze ook deed, ze de kruik nooit mocht openen. En dag na dag liep ze er langs, peinzend over wat daar dan nog in kon zitten.
Ze had zoveel mooie dingen van de goden gekregen, het kon haast niet anders of er zat ook iets moois in de kruik. Het moest haast wel. De goden hadden haar zoveel geholpen...

Op een dag kon ze de verleiding niet meer weerstaan. Ze liep naar de kruik en pakte deze vast. Ze schudde er even mee, rook eraan maar kon de inhoud ervan niet ontdekken, tenzij ze deze opende. En dat deed ze dan ook tenslotte.

Ze haalde de stop van de kruik en schrok zich een hoedje: duizenden monsters en geesten vlogen uit de fles, ziekten, natuurrampen, stormwinden en plagen...
Nadat ze van de schrik bekomen was duwde ze snel de stop weer op de kruik. Slechts één ding zat er nu nog in de kruik: hoop. De mensen hadden dus nog enkel hoop...

---

Je kan het eind van dit verhaal op twee manieren interpreteren:
- Alle ziekten en plagen zijn de wereld in gegaan, o nee...
- We hebben nog hoop! Er is nog hoop.

Welke manier je ook kiest, de 'doos van Pandora' wordt nu nog steeds gebruikt. Open deze niet, ook al is de verleiding zo groot...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten