zondag 25 oktober 2015

#Boekperweek 21

We vliegen door naar de twee volgende boeken die hier de revue passeren; boek 41 en 42. Dit betreft de eerste twee delen van de 'Mistborn'-serie van Brandon Sanderson, een man die ik nog niet zo lang geleden leerde kennen doordat hij de boeken van het Rad des Tijds, een serie oorspronkelijk begonnen door Robert Jordan, afschreef.

Mistborn
Brandon Sanderson

In dit eerste deel van de trilogie leren we Vin kennen, een meisje dat zichzelf staande houdt in een wereld die compleet anders - en tegelijkertijd vergelijkbaar - is met de onze.
Al duizenden jaren is er één man aan de macht. Die keizer regeert met strenge hand en alle niet nobele mensen, de Ska, werken als slaven. Ze werken op de velden, in fabrieken en op de straten om de wereld as-vrij te houden. Op die manier kunnen er planten groeien - een aslaag zorgt er immers voor dat er niets kan groeien.

Vin is een nietig deeltje in deze wereld: een ska die dievegge is. Samen met anderen proberen ze de edelen wat geld afhandig te maken. Dit gaat allemaal goed en wel, totdat Kelsier in haar leven komt. En dan veranderd haar leven ook drastisch! Ze blijkt een mistborn te zijn, iemand met krachten die ze uit metalen kunnen halen. Ze merkt dat er ook mensen zijn die maar één kracht hebben, maar zij heeft ze dus allemaal, net als Kelsier.

Al snel doet ze zich voor als edele omdat ze, samen met het groepje van Kelsier, de opdracht hebben aangenomen om de keizer te vermoorden. Daar leert ze Elend kennen, de zoon van één van de belangrijkste edelen van het land. Intrige heerst, maar zal zij, met de groep van Kelsier, de keizer ten val kunnen brengen?


The Well of Ascension
Brandon Sanderson

Het tweede deel gaat verder waar het eerste deel stopt en bemoeit zich vooral met de vraag 'hoe nu verder'.
Waar Vin probeert te ontdekken wat de keizer bedoelde met zijn laatste opmerking, probeert Elend vooral zijn koninkrijk zo eerlijk mogelijk te houden. Maar hoe doe je dat als er een leger voor de deur staat en een tweede ook dichterbij komt.

Vin gaat de stad rond om eventuele andere mistborn-moordenaars op te sporen voordat ze bij haar man terecht komen en een gevaar voor hem vormen. Daarbij ontmoet ze Zane, een jongen die ook mistborn is maar wel werkt voor de vijand. Kan hij haar overhalen om samen te vluchten?

woensdag 14 oktober 2015

Stel: Je bent net overleden...

Stel: Je bent net overleden...

Nogal een binnenkomer, nietwaar? Ook al ga ik er vanuit dat dit voor niemand die dit leest het geval is - als je gestorven bent kun je moeilijk eerst een computer aanzetten en daarna ook nog eens dit stuk lezen - toch hoop ik dat je verder leest. Het is namelijk belangrijk. Nogal raadzaam om verder te lezen. Dus, laat ik weer opnieuw beginnen.

Stel: Je bent gestorven.

Vraag me niet hoe je gestorven bent of waarom ik daarvan weet en, misschien nog wel een betere vraag, waarom ik nu aan een dode schrijf, want ook dat raakt de kern van het verhaal niet. Sterker nog, wederom loop ik bij het verhaal weg. Laat ik dus nog eenmaal opnieuw beginnen en dit keer mag je jezelf dus geen onnodige vragen stellen die ik dan weer moet beantwoorden. Vragen mogen dus alleen nog maar als je het stuk uitgelezen hebt. punt.

Stel: Je bent dood. Morsdood. Artsen hebben je net doodverklaard, er is niets meer aan te doen. Geen weg terug, het einde is gekomen. Je bent de pijp uit en hebt diezelfde pijp aan Maarten gegeven. Helaas pindakaas, de olifant blies jouw verhaaltje uit. The end.

Tja, dat is misschien even schrikken. Je wordt begraven, gecremeerd of wat voor ander gekke wens je dan ook maar hebt - een zeemansgraf lijkt mij nog wel een mooi idee. En dan?
Jij bent in de hemel - of waar jij denkt heen te gaan - en je lichaam is hier op aarde. Wat doe je daar dan nog mee? Wat doe je met je hart, je nieren of je longen? Heb je je alvleesklier, je lever of je hartkleppen nog nodig? Heb je je hoornvlies nog nodig om door te kijken?

Natuurlijk heb je nu een idee waar ik heen wil gaan. Je snapt ook waarom ik je, aan het begin van het verhaal, dood verklaard heb. Althans, dat hoop ik.

Deze week is het de nationale donorweek; een week waarin er extra aandacht wordt gegeven aan de vraag of JIJ al een donor bent. Of jij bereid bent om na je dood nog anderen te kunnen helpen. Let even op het woordje 'na'. Jij bent al gestorven, er kan voor jou niets meer gedaan worden. Toch kan je dan nog anderen helpen!

Stel: je hart begeeft het. Ook al niet zo'n prettig vooruitzicht - sterker nog, dat wil ik eigenlijk helemaal niet - maar het gebeurt wel eens. Een pacemaker werkt dan wel, maar dat is slechts een tussenoplossing. Zo'n apparaat werkt alleen als je hart er deels mee gestopt is. Als hij helemaal stopt dan... tja, dan sterf je ook.
Hetzelfde geldt ook voor je longen, je nieren, je lever, je alvleesklier en je dunne darm. Om nog maar niet te spreken over hartkleppen, bloedvaten en je hoornvlies.

Als jij iemand anders kan helpen, waarom zou je het dan niet doen?

Als je nog geen donor bent: ga dan naar deze site: www.wordookdonor.nl
Als je meer wilt weten, ga dan naar de site van de Donorvoorlichting

Ja. Ik ben al donor. Dat heb ik op mijn achttiende al besloten. Tegelijkertijd ook nee, ik geef niet alles weg. Dat is ook iets waar je voor kan kiezen. Je hoeft niet alles weg te doen. Ook al weet ik dat ik er na mijn sterven niets meer mee kan, toch wil ik mijn hart houden. Dat is misschien wat apart - 'ga dan all-in' - maar dat is mijn persoonlijke keus. Dat wil ik. En dat respecteren ze.

---

Om even iets te schetsen het volgende. De Nederlandse overheid - de doktoren, ziekenhuizen en artsen - mogen niets doen tenzij jij hebt aangegeven dat het mag. Netjes van ze, nietwaar? Er zijn ook andere landen waar het andersom gaat: als je niets aangeeft gaan ze er vanuit dat je toestemming geeft. Wie zwijgt stemt immers toe. In ons land zijn ook stemmen geweest om het zo te doen. Want JA zeggen... daar moet je iets voor doen. En als je niets doet, dan ben je toch ook klaar?

Kom op, neem eventjes twee minuutjes van je tijd om jezelf te registreren. Doe je het niet voor jezelf, doe het dan voor anderen. En... wat als jij later iets nodig hebt? 

dinsdag 13 oktober 2015

Lugh en de Tuatha Dé Danann

's Ochtends vroeg, op het moment dat de poort van de stad Tara nog dicht is, staat een jongeman voor de poort te wachten. Zijn naam is Lugh en hij wil de koning van de Tuatha Dé Danann graag van dienst zijn. Die koning, de eenhandige Nuada, gaf een groot feest ter voorbereiding voor de komende strijd tussen de Tuatha Dé en de Fomoren, hun rivalen. De Fomoren worden sterker en sterker, en als er niet snel iemand zich opwerpt als held, zouden ze wel eens helemaal uitgeschakeld kunnen worden.

Op het moment dat de poort opengaat wil hij naar binnengaan, maar de poortwachter stopt hem en vraag hem naar zijn naam.
"Ik ben Lugh, zoon van Cian van de Tuatha Dé en kleinzoon van Balor van de Fomoren." beantwoord hij de vraag.
"Oké," zegt de wachter, "Jij weet de regels om de stad in te mogen?"
Op die vraag weet Lugh het antwoord niet. "Geen idee," zegt hij.

"Nou," begint de poortwachter, "allereerst moet je een beroep hebben. Daar moet je behendig in zijn. Dus..." De man keek hem strak aan, "waarmee kan jij de koning van dienst zijn?"
Lugh dacht even na en zegt dan: "Ik ben een goede timmerman."
Dat antwoord maakt absoluut geen indruk op de poortwachter, die aangeeft dat er in de stad al een timmerman is, genaamd Luchtar. "Jouw diensten zijn dus niet nodig."

Lugh wordt weggestuurd en moet weer achteraan de rij aansluiten. Op het moment dat hij weer vooraan staat, heeft hij zijn antwoord gereed.
"Jij weer?" zegt de niet-verbaasde poortwachter.
"Ja, ik ben er weer. Ik ben namelijk smid."
"Echt waar, jongen?" lachte de poortwachter. Toch bekeek de man Lugh en zag dat hij het lijf er wel voor had.
"Helaas kan ik je niet binnenlaten, want we hebben al een smid." Een goede ook, deze Colum Cuaillemech, die al meerdere verbeteringen had bedacht die de mensen in de stad vaak gebruikten.

Weer moest Lugh achteraan de rij aansluiten. Gelukkig was hij nu wat korter, waardoor hij al snel weer vooraan de rij stond. Hij probeerde weer binnen te komen, ditmaal als kampioen, maar ook dit keer werd hij geweigerd.
Daarna probeerde hij het ook als harpist, krijger, dichter, geschiedschrijver, magiër en metaalbewerker. Maar niets van dit alles was nodig in de stad, gaf de wachter aan. De mensen van de stad Tara van het volk van de Tuatha Dé Danann waren al voorzien van al deze beroepen.

Uiteindelijk smeekte Lugh de man om hem binnen te laten. "Vraag koning Nuada alsjeblieft of hij iemand kent die al deze vaardigheden bezit."
De poortwachter, die wel enigszins medelijden kreeg met de jongen, stuurde een knecht naar de koning. Deze zei het volgende tegen Nuada:
"Grote koning Nuada, bij de poort staat een man die Lugh heet, maar hij zou eigenlijk Ildanach moeten heten, meester van alle ambachten." Dit omdat hij natuurlijk in zijn eentje kon waar de stad vele mensen voor nodig had.

De koning, enigszins nieuwsgierig geworden, stuurde een schaakbord en een schaakspeler naar de poort toe, om de nieuwkomer uit te dagen. Daar spelen beide mannen een pot, waarna Lugh als overwinnaar overblijft. Hij zet de ander in enkele zetten schaakmat.
Daarna mocht Lugh binnenkomen, maar de uitdagingen waren nog niet voorbij. Nuada liet Ogma, de belanrijkste strijder van de Tuatha Dé, naar voren komen. Lugh werd er naast gezet en hij zag dat Ogma een tegel uit de grond oppakte.
Dat lijkt misschien niet zo'n bijzonder feit, maar wel als je weet dat deze tegels vrij groot en enorm zwaar waren. Dat maakte het allemaal een stuk indrukwekkender.
Ogma werpt de tegel zo ver als hij kan en kijkt daarna Lugh uitdagend aan.

Lugh haalt zijn schouders op, loopt naar de tegel die tientallen meters verderop ligt en draait zich om naar de koning. Hij knikt eerbiedig naar de koning, draait zich weer om en pakt de tegel moeiteloos op. Hij kijkt even waar Ogma staat - naast een gat in de grond waar de tegel eens lag - en werpt deze dan naar hem toe.
De tegel vliegt door de lucht en landt precies in het gat wat Ogma had gemaakt.

Terwijl de gehele hofhouding klapt, pakt Lugh een harp van een speler af en begint te spelen. Hij zingt een heldendicht en na de eerste aanslagen op de snaren is iedereen doodstil. Hij begint te zingen.

--- Een heldendicht over een vijand die hen overschaduwt, hoop die terugkomt met de komst van een held en een uiteindelijke overwinning op de vijand aan de hand van de held. ---

Lugh en zijn speer
H.R. Millar (1905)
(bron: wikipedia)
Enkele tellen na de laatste noot kijkt hij rond. De mensen staan stokstijf om hem heen, de tranen in de ogen. Zelfs de koning houdt het niet droog. Nuada spreekt na een tijdje:
"Landgenoten, ik denk dat ik voor ieder spreek als ik als zeg dat we een held gevonden hebben. Iemand die sterk is en ons leiden zal in de strijd tegen de vijand. Wat vinden we daarvan?"
Alle aanwezigen juichen, en zo wordt Lugh de aanvoerder in de komende strijd.

zondag 11 oktober 2015

#Boekperweek 20

Na afgelopen weekend de Harry Potter Film Marathon gedaan te hebben met vrienden en kennissen wereldwijd, is er ook nog tijd geweest om de laatste boeken uit de serie te lezen. Ditmaal zijn boek nummer 39 en 40 aan de beurt. Voor diegenen die me erop wezen dat ik ergens een foutje heb gemaakt in de telling: bedankt. Nu dus wel de goede telling weer aangenomen.

Harry Potter en de Orde van de Feniks
JK Rowling

In het vijfde deel van de serie zit Harry te wachten op bericht van zijn vrienden. Hij zit - tijdens de zomervakantie - nog bij zijn oom en tante. Op een avond, wanneer hij met zijn neef Dirk buiten is, worden ze aangevallen door Dementors. Harry verjaagt hen, maar krijgt dan een bericht. Hij moet naar een hoorzitting omdat hij als minderjarige tovenaar buiten school om heeft getoverd. Belachelijk, maar wel waar.
Een paar dagen later komt een enorme groep mensen hem ophalen, waaronder Remus Lupos, Alistor Dolleman en  Nymphodora Tops.
Ondertussen geloofd men op het ministerie niet dat Voldemort is teruggekeerd.

Als ze eenmaal op school zijn, leren we Loena Leeflang kennen, een meisje van Ravenklauw. Zij lijkt op het eerste gezicht misschien gek, maar is slimmer dan lijkt. Tevens geeft ze ook extra kleur aan de serie.

Harry leert in dit jaar de geheime Orde van de Feniks kennen, een organisatie waar zijn ouders vroeger ook in hebben gezeten.
Zoals elk jaar is er ook nu weer een nieuwe professor voor het vak Verweer tegen de Zwarte Kunsten. Dit jaar is het dezelfde vrouw die Harry in de rechtszaal voor schut zette, professor Omber.
En als zij alleen maar theorielessen geeft, zonder enkele praktijk die daarbij ondersteund, komen Harry en andere studenten in opstand en beginnen de SVP.


Harry Potter en de Relieken van de Dood
JK Rowling

Het laatste deel van de serie over Harry Potter. Ik zal er weinig over zeggen, aangezien ik enkele lezers ken die dit deel nog willen lezen. Toch zwijg ik er niet over. De laatste strijd tussen Harry en Voldemort, tussen Zweinstein en de Dooddoeners... alles komt in dit boek tot een climax. En hoe!

Eén van de dingen die ik specifiek mooi vind aan dit boek is hoe Loena toch ook uitgroeit tot heldin. Net als Marcel en Ginny neemt zij ook een hoofdrol op die niet gering is.

Ook is de jacht op de gruzielementen een leuke zoektocht, ware het niet dat ze deze vanzelfsprekend kapot moeten maken.

Een goede, leuke serie die je meeneemt in deze wereld van de magie.

dinsdag 6 oktober 2015

Thor de travestiet

Elke ochtend is er één ding wat Thor als allereerste doet. Hij pakt zijn hamer, Mjölnir, stevig vast en zwaait er een paar rondjes mee. Dat is zijn ochtendgymnastiek, zijn eerste rek-en-strek oefeningen van de dag. De hamer is niet alleen handig voor zijn gymnastiek, het is tevens ook het beste wapen wat Thor, de god van de donder, heeft. Zonder dat wapen zou Asgaard kwetsbaarder zijn dan ooit!

Moet je eens nagaan wat er dus gebeurde toen hij 's ochtends Mjölnir niet kon vinden naast zijn bed. Hij was woest en doorzocht de gehele slaapkamer. Maar nergens kon hij het wapen vinden. Snel ging hij naar Freya, want hij wist dat zij hem helpen kon. Ook Loki was daar en deze besloot mee te zoeken.

Freya gaf beiden een veer van een valk, waarmee ze in de vogel zelf konden veranderen. Terwijl Thor moeite had om van vorm te veranderen, was de transformatie voor Loki geen probleem: in luttele tellen was hij veranderd in een vogel en vloog hij weg. Hij had een vermoeden dat de reuzen het wapen wilden stelen, dus vloog hij naar hun thuisland, Jotunheim.

Daar aangekomen veranderde hij weer terug in zijn normale vorm en ging naar de hoofdman van de reuzen. Zijn naam was Thrym, dat betekent luidruchtig. Toen hij de vraag kreeg of hij wist waar de hamer was, antwoordde hij dat hij deze gepakt had.
"Natuurlijk heb ik deze!" lachte de reus. "Ik heb Mjölnir begraven. En denk maar niet dat ik 'm zo maar teruggeef!"
Loki dacht even na en vroeg toen: "Wat zou je dan voor de hamer willen hebben?"
Lang hoefde Thrym niet na te denken: "Ik geef de hamer pas terug als ik met Freya getrouwd ben!"
Loki draaide zich om en liep peinzend weg. In de verte hoorde hij Thrym nog bulderen van het lachen, maar hij veranderd weer in een valk en vliegt terug naar Asgaard.

Alle goden zijn bijeen gekomen en luisteren vol aandacht naar het verhaal van Loki. Wanneer hij verteld dat Thrym met Freya wil trouwen, gaan alle ogen naar Freya toe.
"Nee, nooit van m'n leven! Ik zal nooit met die reus trouwen. Verzin maar een andere optie."
De goden beraden zich daarna over andere mogelijkheden, totdat Heimdall naar voren stapt.
"Het lijkt me simpel," zei hij, "Thor moet zich gewoon verkleden als Freya en zelf zijn hamer terughalen."

Terwijl de meeste goden knikten en hun goedkeuring lieten blijken over deze meesterlijke oplossing, staat Thor boos op.
"Echt niet! Het is niet natuurlijk om me als vrouw te verkleden. De schande..." sputterde hij tegen. "Jullie zullen daarna altijd grappen over me maken."
"O, moet je eens zien," zei hij in een gekke stem, "Daar loopt Thor de travestiet, nu verkleed als man." Hij schudde zijn hoofd.
"Nee, dat doe ik niet. Verzin maar een andere mogelijkheid."

Loki zucht. Hij ziet hoe Thor weer zit op zijn stoel, zijn armen over elkaar geslagen. Dat stopt hem echter niet: hij staat op en neemt het woord.
"Oké," zegt hij in zijn bekende mokkende toon, "Dan komen de reuzen dus straks en zijn zij de baas. Het is mij om het even."

Die opmerking laat alle Asen en Wanen goed nadenken. Loki slaat, zoals vaker, de spijker recht op de kop. De andere goden pleiten daarna bij Thor om toch het plan van Heimdall uit te voeren. Ze beloven nooit de spot te drijven met Thor. Na lang zeuren stemt Thor dan eindelijk in: hij zal zich vermommen als Freya en naar de reuzen gaan.
En Loki? Hij besluit dat hij mee gaat, al is het alleen maar om Thor in een jurk te zien.

Er werd in luttele uren een mooie bruidsjurk gemaakt, waarbij geen detail werd overgeslagen. Een lange sleep en bijzondere sluier werden gefabriceerd en er werd tevens een iets minder mooie jurk gemaakt voor Loki die meeging als dienstmeid van Thor.

Thor wilde geen moment langer dan nodig was wachten in Asgaard. Daarom klommen ze allebei snel in de koets en reden zo naar Jotumheim, het land der reuzen. Daar aangekomen hoorden ze de stem van Thrym al donderen:
"Eindelijk krijg ik de prijs waar ik al zo lang recht op heb!"

Thor en Loki verkleed als vrouwen
Carl Larsson, 1893
(bron: wikipedia)

Later die avond, wanneer ze allemaal aan het eten zijn, bevinden Thor en Loki zich in de problemen. Thor had in zijn eentje een complete os, acht hele zalmen en vele andere lekkernijen opgegeten - laat staan alle bekers mede die hij achterover had geslagen. Dit zorgde voor rare blikken van de reuzen. Zij hadden nog nooit een vrouw gezien die zoveel had gegeten.
Loki bedacht snel een smoes en zei: "De godin was zo bezig met haar aanstaande huwelijk met jou dat ze de afgelopen week nog niet gegeten heeft."
"Kijk maar eens naar haar jurk," ging hij verder, "Ze heeft er meerdere dagen in haar eentje aan gewerkt om deze zo mooi mogelijk te maken voor jou."

Thrym bekeek de jurk eens goed en zag de hoeveelheid werk die er in gestoken moet zijn.
"Heeft ze deze echt helemaal zelf gemaakt?"
Loki knikte. "Daar is ze zeker een vijf dagen onafgebroken mee bezig geweest."
Thrym knikte en zei dat hij het dan wel snapte. "Zo'n jurk maak je niet eventjes."
Toch wilde Thrym zijn aanstaande bruid wel eens kussen, dus trok hij Thor naar zich toe en wilde de sluier van haar gezicht halen.
Het enige wat hij echter zag waren haar ogen die hem zo intens aankeken dat hij schrok en zijn hand liet zakken.
"Wat een vreselijke, doordringende ogen heeft ze." zei hij.
Loki moest snel een antwoord bedenken, maar kwam met een goed antwoord op de proppen:
"Freya wilde je zo graag zien dat ze al zeven dagen en nachten niet geslapen heeft. Zo graag wilde ze bij je zijn."

Thrym wilde nog wat zeggen, maar daarna liet Loki snel de ceremoniemeester komen om de trouwceremonie te laten starten. Een van de dingen die daar bij moest zijn was Mjölnir.
Deze werd op de schoot van Thor gelegd, die begon te glimlachen.

Thrym kon niet wachten tot de sluier eindelijk zou worden afgedaan. Toen het moment daar was aarzelde hij geen moment: hij pakte de sluier vast en trok deze weg. Hij verwachtte daar de mooie Freya te zien staan. Je kunt je misschien voorstellen hoe hij schrok van het gezicht van Thor.
Deze stond met wijd open gesperde ogen hem aan te kijken, pakte zijn hamer en sloeg Thrym neer. Daarna sloeg hij ook alle andere gasten neer.

Loki keek hoofdschuddend toe. Hij moest lachen toen Thor - toen iedereen op de grond lag - direct de jurk uitdeed. Hij gooide grinnikend de klerenbuidel die ze hadden meegenomen naar hem toe. Nadat beiden zich verkleed hadden, reisden ze weer naar Asgaard, met Mjölnir stevig in de handen van Thor.