China, dag 8,
Zondag.
Vanochtend zijn we vanuit Taiyuan weggegaan, onderweg naar de stad Pingyao. Deze stad staat bekend als een der mooiste steden van heel China en de gehele binnenstad, die ommuurd is, staat ook op de werelderfgoed lijst.
Onderweg zijn we bij een tweetal tempels geweest, waarvan de namen me op het moment ontschieten, maar wat wil je als bijna alles wat je bezoekt van die onmogelijke namen heeft. Naast de Chinese naam zal het ook wel een 'westerse' naam hebben, maar deze hoor je natuurlijk bijna nooit.
Wel zag ik bij een van de tempels, de eerste, wederom enkele hele mooie draken. Daar leerde ik ook dat de draken van de keizer, zoals in Beijing, steeds vijf vingers hebben, en alle andere maar vier of drie. Vandaag zag ik de tempel die bij het pakeis van een van de moeders van de keizer stond, daar hadden de draken slechts vier vingers. Ook zag ik meer en meer van die 'soldaatachtige' figuren die de boze geesten moeten zouden wegjagen. Ze deden klaarblijkelijk niet zo goed hun best, want ik mocht zomaar naar binnen...
Na de tweede tempel, die verrassend leeg was qua Chinezen, reden we naar Pingyao. Daar stopten we bij de stadsmuur, bij een van de grote parkeerplaatsen want er mogen bijna geen auto's naar binnen, enkel de mensen die daar wonen en er voor betalen mogen met hun auto, op bepaalde uren, naar binnen.
We stapten over in golfkarretjes die ons naar het hotel brachten, een schitterend hotel met drie zogenaamde courtyards, oftewel binnentuinen. Zonder het lawaai van de straat kan je heerlijk slapen in een van de kamers die liggen aan een van deze tuinen.
Daar wachtte de eerste verrassing op ons. De reisleider vertelde dat ze van het hotel een suite aangeboden had gekregen, maar dat ze, om het voor iedereen eerlijk te maken, alle sleutels in een zak had gedaan en dat iedereen mocht grabbelen om te kijken welke kamer hij of zij had. De een na de ander pakte niet kamer 602, de luxere suite, totdat er nog maar vier personen over waren. Ik was een van die vier personen.
De eerste pakte een sleutel, geen suite. Evenzo ook de tweede, wederom geen suite. Tenslotte waren alleen ik en de reisleider over. Ik mocht eerst pakken en - vanzelfsprekend - ik had de suite. Ik heb nu een aparte zitkamer naast mijn slaapkamer. Niet dat ik er veel gebruik van zal gaan maken...
Vervolgens kwam de tweede verrassing: we waren allemaal opgegeven bij een klas van een specialist op het gebied van papierknippen. Ze had al meerdere malen prijzen gewonnen, was de beste van heel China en ging ons enkele basisdingen leren.
Zij was een papiersnijder, ze knipte stukken papier zo mooi... We vouwden een papier enkele malen en knipten steeds enkele stukken weg. Als je het dan opvouwt krijg je weer een heel mooi symbool terug, hetgeen het ook werd.
We kregen twee basislessen en daarna maakte zij, binnen een anderhalve minuut een tweetal vlinders waar ik echt mijn ogen van uitkeek. Zulke kleine knipjes... Ongelofelijk. Er stonden overigens vele Chinezen ook naar ons te kijken. Dat zal een uitzicht geweest zijn; de klas was namelijk in een hokje van drie bij drie aan de straatkant...
Daarna gingen we naar een restaurant waar we eigen dimsum gingen maken, of dumplings zoals ze in het Engels heten. Persoonlijk vind ik ze niet geweldig, maar dat zij zo.
Daarna konden we onze creaties eten met natuurlijk vele andere dingen erbij.
Daarna nog wat gedronken in een cafeetje waar een jongen op een gitaar speelde. Mooi dat het was. Hij kende alleen geen Engelse liedjes, maar veel van zijn nummers zullen wel Engelse equivalenten hebben, want er was veel herkenning.
Aan het einde van de dag met enkele anderen nog wat gedronken in 'onze tuin' alvorens naar bed te gaan.
Morgen weer Pingyao in, met een middag vrij om te dwalen in de mooie stad. Tot dan!