zaterdag 1 september 2012

One Thousand and Sixhundred Seventy Meters


China, dag 13,
Vrijdag.

Zoals ik vanochtend al schreef zit ik in de mooie plaats Nanjing. Een grote stad met meer dan zeven miljoen inwoners siert deze plek en het eerste wat ik vanochtend deed nadat ik ontbeten had, was een eindje gaan lopen.
Samen met een andere Nederlander zijn we een stuk wezen lopen, eerst in de richting van een industrieterrein en vervolgens naar een lokale markt. Bij het industrieterrein verbaasde het ons dat er helemaal geen bewaking alert was. We konden zo door de hoofdpoort heenlopen en zijn zelfs enkele gebouwen ingelopen en hebben daar gekeken. Zo liepen we een gebouw in waar een mevrouw aan het schoonmaken was en konden we doorlopen tot de kamer waar de beelden van de bewakingscamera's stonden. Zonder dat iemand ons ook maar een strobreed in de weg legde. 
Daarna zijn we een fabriekshal ingelopen waar wel enkele mannen ons vreemd aankeken, maar ons wel begroeten met de "hello" en "ni hao" die ik onderhand van hen gewend ben gaan worden.
We zagen hoe enkele mensen aan de lopende band bezig waren en druk doende ons aan zaten te staren. Dit was nog voor half negen in de ochtend, maar iedereen was al druk aan het werk.

Vervolgens zijn we naar een lokale markt gelopen, waar we ook met verbazing werden aangekeken. Volgens mij komen er weinig buitenlanders in de buitenwijk waar het hotel stond, maar nog minder gaan bij het hotel weg om door de buurt te gaan lopen. Wel weer een ervaring an sich.

Die middag, na de lunch die we min of meer aansluitend aan het ontbijt deden - lees: er zat niets anders tussen - zijn we direct naar het Nanjing museum gegaan. Daar ligt een lijkwade die compleet van jade gemaakt is. Als je deze ook wilt zien, kan ik maar een ding zeggen: pech gehad! Morgen gaat het museum voor zeker acht maanden dicht in verband met een renovatie.

Na het museum zijn we naar het bruggenhoofd gegaan van de eerste, door Chinese handen gemaakte, spoor- en snelwegbrug over de rivier de Jangtze. Die rivier, die je misschien ook kent onder de naam Jangtzekiang, staat in de top drie van langste rivieren in de wereld. Enkel de Nijl en de Amazone zijn langere rivieren. Het woordje -kiang betekent rivier; de Chinezen noemen het ook dus de Jangtze. Overigens zie ik die naam ook steeds vaker langskomen en de oude naam wordt bijna niet meer gebezigd.

Nadat we een van de weinige standbeelden van Mao Zedong hebben gezien, gingen we met de lift naar de vierde verdieping waar het 'balkon' te vinden was, vanwaar je een mooi overzicht van de stad had. De lokale gids vertelde me dat de rivier op dat punt 1.670 meter breed was, een heel eind dus. De brug staat dan ook in het Guiness Book of Worldrecords als langste dubbeldekker brug ter wereld.

Vervolgens zijn we naar de wijk rondom de Confucius Tempel gegaan, waar je wat kon shoppen en eten. Ik ben de tempel niet ingegaan om twee simpele redenen: allereerst is het geen probleem om een keertje wat geld niet uit te geven (je moest entreegeld betalen) en ten tweede heb ik in deze vakantie al zoveel tempeltjes gezien...

Nanjong, een vroegere hoofdstad van het Rijk, betekent hoofdstad van het Oosten. Tevens werd de stad gezien als een van de vijf 'ovens' van China, met temperaturen die op kunnen lopen tot 43* Celsius in de zomer. De luchtvochtigheid is daarnaast ook nog eens tussen de 90 en 98%, waardoor het vies klam en warm is, zoals vandaag.
Wel hebben ze overal in Nanjing bomen geplant waardoor het iets afkoelt in de schaduw. Platanen zie je bijna langs alle wegen, hetgeen een zeer groene stad achterlaat.

Rond tienen was ik op mijn kamer in mijn hotel waarna ik, na snel gedoucht te hebben, deze blog aan het schrijven ben. Morgen vertrek ik weer uit dit hotel om door te reizen naar Suzhou, waar ik ook maar een nacht ben. Mocht ik morgen dus niet posten, heb ik geen wifi. Tot later!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten