zondag 28 april 2013

Hoe een broodje kaas de wereld veranderd heeft...

De eerste wereldoorlog, oftewel 'la grande guerre' (de grote oorlog) is ook een onbekende oorlog. In Nederlands opzicht dan. Om dat onbekende gevoel te laten wegebben en zeker om ons ook een positie in de wereld te geven (we zijn mogelijk het enige land dat er niets van weet) deze korte eerste uitleg.

Vandaag de start van de oorlog. Dus, ga lekker zitten en lees lekker verder.

Hoe een broodje kaas de wereld veranderd heeft
En hoe een tosti dit had kunnen voorkomen

Frans Ferdinand, aartshertog van Oostenrijk en neef van keizer Frans Jozef, werd na de zelfmoord van zijn neef en de dood van zijn vader troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije. Hij wilde trouwen met Sophie Chotek, een meisje dat ver onder zijn adelstand was, hetgeen zijn oom, de keizer niet accepteerde. Pas nadat ze overeen kwamen dat zij geen koninklijke status zou krijgen en al hun kinderen geen beroep konden doen op de troon, liet de keizer het toe. Hij was zelf niet bij het huwelijk aanwezig.
Tot zover een - in mijn mening - vrij droog stukje geschiedenis. Laten we verder kijken.

Omdat Frans en zijn Sophie graag samen wilden zijn, besloten ze een vakantie te gaan vieren in Sarajevo, Servië. Daar zouden ze minder waarde kunnen hechten aan de protocollen en hun eigen gang kunnen gaan. Tevens zouden ze daar hun veertienjarig huwelijksjubileum kunnen vieren.
Ze lieten de burgemeester weten dat ze zouden komen en de hele stad werd klaargemaakt voor hun komst. De route heeft in de kranten gestaan, zodat iedereen aan de kant van de weg kon zwaaien en het paar van dichtbij kon aanschouwen en ze zouden rijden in een open wagen, zodat iedereen het goed kon zien.
Op 28 juni 1914 kwamen ze met de trein aan in Sarajevo. Ze zouden naar het huis van de burgemeester worden gereden volgens een geplande route. En daar begonnen de problemen.

De Zwarte Hand, een geheime nationalistische beweging van Servië, kreeg enkele dagen daarvoor een verzoek van enkele jongeren. De jongens wilden een aanslag plegen op Frans Ferdinand, en of de Zwarte Hand wapens kon leveren. De Zwarte Hand nam dit plan niet helemaal serieus, maar leverde wel wapens. Enkele granaten en wapens werden weggegeven en alles zou gebeuren, zo beloofden de jongens.

Vijf jongens stonden op de 28e juni tussen de mensen verspreid. Vijf personen. En toen kwam de auto langs.
De eerste jongen zag het paar, wilde een granaat gooien maar deed het niet omdat er een agent wel heel dichtbij stond.
De tweede jongen stond vanuit een uitkijkpunt te kijken met zijn wapen, maar toen hij Frans en Sophie zag zitten, durfde hij de trekker van het geweer niet over te halen.
De derde jongen gooide een granaat naar de auto, maar de auto reed rustig langs en de granaat ontplofte tellen later, waardoor één van de vele volgwagens kapot ging.
De vierde jongen zag de auto's met een vaart langs scheuren, haalde zijn schouders op en ging naar huis.
De vijfde jongen, Gavrilo Princip, zag hen langs rijden, wilde de trekker overhalen maar ze reden te snel. Veels te snel. Woedend was hij.
Nadat hij gekalmeerd was liep hij een broodjeszaak binnen en bestelde een broodje kaas.

Frans Ferdinand was intussen naar het huis van de burgemeester gereden. Die verklaarde hem voor gek dat hij het bezoek wilde laten doorgaan ('Er is een aanslag op je gepleegd man, ga naar huis!') en stuurde hem weg. Frans Ferdinand stapte de auto weer in en reed terug naar het station. Alle auto's wisten van een andere route, behalve één man: de chauffeur van de auto van Frans en Sophie.

Alle auto's reden in sneltreinvaart langs de mensen, namen de bocht naar links, op één auto na. Die reed rechtdoor. Frans Ferdinand zei tegen de chauffeur dat hij maar even moest keren. En dat deed hij. Recht tegenover een broodjeswinkel was de chauffeur tergend traag zijn vehikel aan het keren.

Gavrilo stapte met zijn broodje de zaak uit en zag tot zijn grote verbazing de auto met Frans Ferdinand voor hem staan. Hij bedacht zich geen moment, liet het broodje vallen en schoot vier keer: tweemaal in het lichaam van Frans, eenmaal in het lichaam van Sophie en ook een misser in de auto. Daarna pakte hij zijn zelfmoord pil, gekregen van de Zwarte Hand, slikte deze in, beet erop en wachtte op de dood...

Gavrilo Princip werd uiteindelijk opgepakt. Zijn cyaankali-pil, geleverd door de Zwarte Hand die dus niet geloofde in deze zaak, was te oud en het werkzame goedje was al uitgewerkt. Hij zou sterven in de gevangenis.

Wat als Gavrilo een tosti had besteld? Zou het dan niet gebeurd zijn?
(naar een idee van Diederik van Vleuten)

---

Volgende keer meer over wat hierna gebeurde. Tot dan.

50 Books - Vraag 16

En de reis door de boeken gaat verder met de vragen die Petepel ons stelt. Vandaag de zestiende vraag in de reeks - eerdere bijdragen van mij kan je vinden tussen de labels '50Books'.

Welk boek kreeg je bijna niet uitgelezen omdat het je de stuipen op het lijf joeg?

Het gebeurt me bijna nooit dat ik een boek niet uitlees. Fictie of non-fictie, grappig of spannend: een boek leg ik niet zo maar weg. Het verhaal moet me al dusdanig van de wijs brengen (lees: saai zijn) dat ik het wegleg zoals bijvoorbeeld bij 'The Idiot' van Dostoyevsky.
Ik weet nog dat ik - toen ik jonger was en nog op de basisschool zat - de boeken uit de 'Kippenvel'-reeks met veel plezier gelezen heb. Dat waren allemaal horrorverhalen voor kinderen, die soms ook razend eng waren. Toch las ik ze wel uit.
En ja, misschien heb ik daarna een keer vaker onder het bed gekeken, deed de lampen in alle kamers aan voordat ik naar binnen stapte en verzekerde me ervan dat er echt water uit de kraan kwam voordat ik het dronk, ik las de boeken wel uit.

Ik kan dus kort zijn qua antwoord op deze vraag - ook al wijd ik wel wat uit hierboven. Geen enkel boek.

donderdag 25 april 2013

De start van een nieuw blok

Sinds ik enige dagen geleden in de Stadsschouwburg in Groningen een voorstelling gezien heb van Diederik van Vleuten over o.a. de Eerste Wereldoorlog, ben ik daar druk mee bezig. In zijn voorstelling riep hij hardop de vraag uit waarom wij, als Nederlanders, zo weinig weten over deze 'Grote Oorlog'.

Want, hoe we het ook bekijken, we weten meer over bijvoorbeeld de aanval van Duitsland op Nederland in het begin van de tweede wereldoorlog dan over de gehele eerste wereldoorlog bij elkaar. Dat mag toch op z'n minst frappant heten. En iedereen die zegt dat we er niets over leren omdat we zelf niet meededen: waarom leren we dan wel over de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen?

Wie is Frans Ferdinand en hoe kan het zijn dat een oorlog tussen Oostenrijk en Servië de gehele wereld in oorlog brengt?

Om toch enigszins orde op zaken te stellen, zeker omdat het bijna honderd jaar geleden is dat 'La Grande Guerre' begon, zal ik de komende tijd wat meer blogs plaatsen over deze en andere belangrijke gebeurtenissen uit de vorige eeuw. Dan kan niemand beweren dat je er niets over wist.

De komende weken zullen dus blogs komen over de afgelopen eeuw, startend met een opmerking die ik dan ook zal gaan uitleggen, maar misschien dat jullie al een interpretatie kunnen bedenken van deze zin:

'Het verschil tussen een broodje kaas en een tosti is een oorlog.'

zondag 21 april 2013

Het leven van een invaller...

Ik ben een invaller. Al enige tijd - lees: jaren - ben ik invaller in het noorden van het land. Dag in, dag uit vlieg ik van hot naar her om op verschillende basisscholen, in verschillende groepen les te geven. De ene dag is het een groep acht, de andere dag een groep vier en ga zo maar door. Of het nu in Drachten, Meppel of Groningen is, ik draai er mijn hand niet voor om. Of het nu openbaar, Christelijk of Gereformeerd onderwijs betreft; mij maakt het niet veel uit. Ik heb al zo'n vijftig scholen van de binnenkant mogen zien en al ruim tachtig verschillende groepen lesgegeven. Soms ben ik een dagje op school, soms een week en soms zelfs nog langer. En dit doe ik nu al bijna vijf jaar. Ik ben in juni 2008 afgestudeerd en eigenlijk sindsdien ook al bezig.

Invallen doe ik met veel plezier. Ja, natuurlijk hoop ik zo snel mogelijk een eigen groep te krijgen, maar ik weet hoe weinig vaste banen er te vinden zijn in het onderwijs. Ook al hoor ik met regelmaat dat 'we' wel een meester als jij willen hebben, concreet laat alles op zich wachten. Toen ik afstudeerde werd het jaartal 2013 genoemd als jaartal dat het weer beter zou worden, nu hoor ik het jaar 2018 al rondzingen. Stug houd ik vol, hopend op dat ene lichtpuntje.
Wat ik echter zelf ook al weet is dat - zodra het moment is aangekomen dat er een derde van de leerkrachten met pensioen gaat - er echt niet veel meer banen gaan komen. Krimpregio's, bezuinigingen en nieuwe regels van de overheid vliegen je om de oren.

Invallen is mijn leven geworden. 's Ochtends vroeg, als ik niet hoef te werken, gaat mijn wekker gewoon om zeven uur. Het zou namelijk gewoon kunnen dat ik gebeld word en dan kan ik wel werken. En als ik werk, krijg ik betaald. Geen werk betekent dus ook geen betaling. Ik scheur met mijn auto het gehele noorden af naar de scholen en kan zonder moeite in kleine dorpjes mijn weg vinden. Scholen fuseren of sluiten rondom mij, maar er is nog wat werk voor mij, dus blijf ik invaller.

Gewaardeerd worden als invaller is echter weer wat anders. Regelmatig hoor ik verhalen van groepen kinderen die de invaller maar proberen weg te pesten - hetgeen met mij nog niet gebeurd is. Natuurlijk heb ik wel eens een groep gehad die lastig was en moeite deed om mij weg te krijgen, maar meestal gaan we gewoon lekker ons werk doen en hebben we flink wat lol tussendoor.
Sommige scholen vragen specifiek om mij als invaller en dat doet me goed. Wetend dat enkele scholen het liefst mij als invaller hebben betekent dat ik mijn werk goed doe. Laatst was er een groep kinderen die, zodra ze merkten dat hun juf ziek was, naar de directeur gingen en vroegen of ik kon komen.

Afgelopen week echter is er iets gaafs gebeurd. De groep waar ik nu al enkele weken werk omdat de juf erg ziek was (het gaat met haar al weer wat beter en ze werkt alweer halve dagen) hoorde dat de schoolfotograaf binnenkort komt. Unaniem hebben ze gevraagd of ik ook op de foto kan, omdat 'ik nu ook hun meester ben'.

En dat in vergelijking met scholen waar de directeur of directrice niet eens na schooltijd vraagt hoe het gegaan is. Niet even bedanken voor het werk, maar gewoon dit aannemen als gewoon.
Invallen is een vak apart.


Laatst gelezen boek: De Tovenares - Michael Scott
Laatst geziene film: Jane Eyre (2011)
Laatst gekochte cd: Paramore - Paramore

50 Books - Vraag 15

Al vijftien weken lang stelt Petepel ons vragen over de boeken die we lezen, de boeken die we willen lezen en zeker ook wat de boeken met ons allemaal doen. Vandaag is de dag van de vijftiende vraag, die hieronder te lezen valt. Eerdere vragen kan je hier terugvinden.

Wat is het boekfragment dat je het meest (letterlijk) is bijgebleven?

Ik heb best wat boeken gelezen in de jaren dat ik kan lezen en toch zijn er weinig boeken die mij echt bijgebleven zijn. Ik ben een snelle lezer, waarbij details van een eerder boek mij vaak verlaten bij het begin van een nieuw boek. Dat betekent niet dat ik helemaal niets meer weet van de boeken die ik gelezen heb: ik onthoud voornamelijk de hoofdzaken.

Dat is echter niet bij elk boek het geval. Er zijn enkele boeken die ik nu alsnog kan dromen. Dat kan zijn doordat ik dit boek vaker heb herlezen, doordat er een film (of graphic novel) van uitgekomen is of simpel doordat ik op plaatsen uit het boek ook daadwerkelijk heb rondgelopen.
Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor de 'Da Vinci Code' - Dan Brown - maar ook voor 'Het Rendiervolk' - Megan Lindholm (aka Robin Hobb). Hoe bijzonder is het als je op plaatsen die je uit een boek kent kan rondlopen?

Er is echter één gedicht uit het boek van Juliet E. McKenna - Livak's Waagstuk - dat me bijblijft. Omdat ik geen copyright wil gaan schenden zal ik hier heel kort er iets over opschrijven. Diegenen die het complete gedicht willen hebben, mogen best langskomen: het boek leen ik je graag uit. Wel een puntje van kritiek: enkel de eerste drie delen zijn in het Nederlands vertaald. Deel 4 en 5 zijn niet vertaald. En het zijn ook niet direct meesterwerken, nu we toch eerlijk zijn...

Drie personen staan te schuilen voor de regen onder een boom. Een oude man, een jong meisje en een bard. Ze praten met z'n drieën over het leven. Ieder op de manier zoals ze in hun eigen leven zijn. Vrij, vrolijk, met een grap en een grol of pessimistisch... Op het einde, als het gezelschap weer weg is, geeft de boom zijn idee van het leven. Een bijzonder gedichtje, wat door de schrijfster enkel als tussendoortje is opgeschreven.

zondag 14 april 2013

50 Books - Vraag 14

De veertiende vraag in de serie van Petepels #50Books-Challenge. Hierbij komt hij wekelijks met een aan boeken gerelateerde vraag, en deze week is de vraag:

Welk boek heeft jouw verliefd doen worden op een stad of land?

Sinds enige tijd ben ik verslingerd geraakt aan de Griekse mythen en verhalen over de Griekse goden. Dat is begonnen toen ik in Baltimore was, waar ik in een boekhandel enige boeken zag staan over de Griekse mythologie. Sinds ik deze gelezen heb passeren steeds meer boeken de revue die enigszins gelieerd zijn aan deze bijzondere verhalen.

Het boek 'Mythology, Timeless Tales of Gods and Heroes' van Edith Hamilton is de basis van dit alles. Daarna zijn meer boeken van haar langsgekomen, heb ik de boeken van Homerus uitgelezen en nog meer verschillende tragedies en komedies van die tijd. Ook de boeken van Rick Riordan - Percy Jackson - heb ik in één ruk uitgelezen.

Het is zelfs zo dat toen ik de kans had om een Griekse en Romeinse mythologie cursus te volgen, ik deze met beide handen heb aangegrepen en deze cursus van de Universiteit van Pennsylvania- een achtweekse cursus met daarbij zeven toetsen en twee essays - afgesloten heb met een gemiddelde eindcijfer van 9,6.

Toch ben ik in mijn leven nog nooit in Griekenland geweest. Het is wel de bedoeling om dat nog eens te bezoeken, maar wanneer dat kan ik nog niet zeggen...

zondag 7 april 2013

Drukte, overal

Al enige weken ben ik erg druk. Qua hoofd, werk en randzaken. Nu is dat geen probleem, sterker nog, het is soms wel eens lekker. Maar op een gegeven moment is een moment van rust ook wel eens lekker om weer even bij te komen. En dat rest me nu nog, maar het zit er niet direct aan te komen. We blijven dus nog even druk...

Qua hoofd heb ik verschillende zaken lopen overdenken. Want, laat ik eerlijk zijn, een reis naar de andere kant van de wereld heeft een best prijskaartje. Nu heb ik lang geleden al wel de knoop doorgehakt, ik ga zeker weten, maar dan moet ik nog wel even alles op een rijtje zetten. En dat is enigszins een lange lijst aan het worden. Voor en tegens vliegen af en aan en alhoewel ik de meeste direct wel kan plaatsen, zijn er nog al wat vraagtekens. 
Onder andere het reisbureau laat op zich wachten. Ze zouden waarschijnlijk in maart of april de data online hebben voor komend kalenderjaar, maar die staan nog niet op de site. Is dat omdat ze niet komen of mag ik nog even wachten...

Qua werk is alles ook mooi druk. Ik zit nu al enkele weken in dezelfde groep acht in het noorden van het land. De klas is erg leuk, ik heb het erg naar mijn zin en heb zelfs afgelopen week een weektaak in elkaar gezet zodat het werk lakker door kan gaan. Maar wanneer komt de leerkracht weer terug? En hoe ziet mijn rooster er uit als ze weer langzamerhand terug komt? 
Het plannen van toetsen, excursies, gastlessen en allerlei andere zaken is echter wel weer erg leuk. Het geeft me het gevoel dat het deels mijn groepje ook wordt. En dat is wel heerlijk!

Qua randzaken kan ik erg simpel zijn. Verjaardagen vliegen deze dagen langs (qua familie alleen al vijf binnen een maand) en ook mijn eigen verjaardag komt er aan. Sterker nog: over twee nachtjes al!
We regelen wat af. Een verhuizing die er binnenkort aankomt, een APK die ook geld gaat kosten... Druk druk druk.

En was het dan 's nachts maar rustig in mijn hoofd dat ik lekker wat rust kon pakken. Maar nee, ook midden in de nacht blijven de gedachten doormalen in mijn hoofd. En, ook al ben ik het gewend, lekker is anders. Een dagje uitslapen zou wel eens lekker zijn... misschien dat dit zaterdag zou kunnen?

We zullen zien. Hoe is het met jullie?

50 Books - Vraag 13

Bij dezen de dertiende vraag uit de reeks van Petepel. Bij de labels hiernaast - aan de rechterbovenzijde van de pagina - kan je op 50Books klikken en dan krijg je de eerdere pagina's ook te zien.

In hoeverre mag je rekening houden met de persoon van de auteur bij het lezen van zijn/haar fictie?

Ik heb eigenlijk nog nooit stil gestaan bij deze vraag. Ik zie de auteur van het boek namelijk geheel los van het schrijfsel. Zijn er werkelijk mensen die zo een boek lezen? Denkend dat de schrijver ook werkelijk alles daadwerkelijk heeft meegemaakt? Want dan mogen we het genre toch ook aanpassen van fictie in non-fictie?

Nu ik er over nadenk is dit niet helemaal waar. Het deel van de schrijver en het verhaal los van elkaar zien, dan welteverstaan. Ik kijk regelmatig vrije schrijfsels van leerlingen na waarbij ik echt wel weet wie het geschreven heb. Maar dat is wel met een geheel andere bril: ik let op hoe ver de leerling is qua niveau en beoordeel dusdanig.

Ik heb best enkele schrijvers gesproken, maar ik heb, werkelijk waar, nog nooit me afgevraagd welk deel verzonnen is en wat eventueel waargebeurd is. Mis ik nu een deel van het leesplezier of kan ik gewoon doorgaan met het simpel lezen?