Na de afgelopen dagen het verhaal van Narcissus en Echo
te hebben gelezen, evenals het bijzondere verhaal van Bellerophon, gaan we
vandaag verder. Toch is hetgeen je straks gaat lezen iets anders, want na
epische heldendichten en romantische liefdesverhalen ga ik vandaag weer even
terug naar de basis: een deel van het scheppingsverhaal.
Alhoewel het gehele scheppingsverhaal zich moeilijk laat
opschrijven - er zijn immers vele, vele versies van het verhaal - zijn de
geleerden het over één ding bijna unaniem eens: Prometheus heeft de mensen
geholpen.
Het verhaal komt van een aantal mensen - Aeschylus,
Ovidius en uit de Homerische hymnen - maar het grootste deel heb ik gehaald uit
de werken van Aeschylus, een dichter uit de vijfde eeuw voor Christus.
Aeschylus
'Prometheus en
Pandora'
Nadat de titaan Prometheus samen met zijn broer
Epimetheus alle levende wezens op de wereld had gezet - waarbij Epimetheus alle
dieren gemaakt had en Prometheus de mensen - waren de goden vol lof over hun
werk. Ze zagen de mensen namelijk enkel als wezens die hen zouden aanbidden.
Toch dacht Prometheus daar net iets anders over: hij gaf
de mensen ook de gift van vuur, waarover de goden, Zeus in het bijzonder, in
het geheel niet blij waren. Toch loste Prometheus dit goed op door het vuur ook
een functie te geven in het aanbidden - hij gaf de goden dierenoffers.
Echter...
'Zeus,' zei Prometheus op een avond, 'De mensen wachten
op je. Ze hebben twee stapels gemaakt voor een offer, en jij mag degene kiezen
die jij wilt. Dan zullen de mensen altijd dat deel van het dier aan je
offeren.'
Zeus, lichtelijk gekalmeerd door de keus die Prometheus
hem geeft, bekijkt de twee stapels. Bij de ene stapel lagen de ingewanden op
het vel van het dier, terwijl de andere stapel glinsterde van het vet. Voor een
man als Zeus was dit geen moeilijke keuze: 'Ik wil die stapel, de
glinsterende!'
Prometheus lachte in zijn vuistje, wetende dat hij dit
met de mensen al bekokstooft had. De ene stapel had al het lekkere en goede
vlees, gewikkeld in de dierenhuid en met de ingewanden er bovenop, terwijl de
andere stapel enkel de botten gewikkeld in het vet bevat.
Toen Zeus hierachter kwam, wilde hij wraak op de man die
de mensen zoveel had geholpen. Hij verzon een list. Prometheus was hierop al
wel bedacht, want hij liet zijn broer weten dat hij absoluut geen cadeau mocht
aannemen van de goden. 'Vertrouw ze niet!' zei hij nog.
Prometheus - wat vooraf denkend betekent - en Epimetheus
- wat achteraf denkend betekent - verlaten hiermee nog niet het toneel. Zeus
zal iets later Prometheus vastketenen op een rots en een adelaar zijn lever
elke dag laten opeten - zijn lever groeide elke nacht weer aan - totdat
Heracles hem op een dag zal helpen.
Epimetheus kreeg echter een cadeau van de goden, een gift
dat hij niet kon afslaan. Hij kreeg een meisje van hen, een meisje zo mooi...
Pandora, had van alle goden en godinnen wel iets
meegekregen. Haar schoonheid kwam van Aphrodite, ze kon mensen overreden om
dingen te doen (door Hermes) en kon geweldig muziek spelen en zingen (door
Apollo) en zo verder. Haar naam vertaalt ook wel naar 'Alle gaven bezittend'.
Epimetheus was dus erg content met haar en liet haar, met
al haar cadeaus en dingen die ze bezat, wonen bij de mensen. Eén van de dingen
die Pandora bezat was een kruik - of een kist, men is het daar niet over eens,
maar voor het verhaal laat ik het een kruik.
De goden zeiden tegen haar dat wat ze ook deed, ze de
kruik nooit mocht openen. En dag na dag liep ze er langs, peinzend over wat
daar dan nog in kon zitten.
Ze had zoveel mooie dingen van de goden gekregen, het kon
haast niet anders of er zat ook iets moois in de kruik. Het moest haast wel. De
goden hadden haar zoveel geholpen...
Op een dag kon ze de verleiding niet meer weerstaan. Ze
liep naar de kruik en pakte deze vast. Ze schudde er even mee, rook eraan maar
kon de inhoud ervan niet ontdekken, tenzij ze deze opende. En dat deed ze dan
ook tenslotte.
Ze haalde de stop van de kruik en schrok zich een hoedje:
duizenden monsters en geesten vlogen uit de fles, ziekten, natuurrampen,
stormwinden en plagen...
Nadat ze van de schrik bekomen was duwde ze snel de stop
weer op de kruik. Slechts één ding zat er nu nog in de kruik: hoop. De mensen
hadden dus nog enkel hoop...
---
Je kan het eind van dit verhaal op twee manieren
interpreteren:
- Alle ziekten en plagen zijn de wereld in gegaan, o
nee...
- We hebben nog hoop! Er is nog hoop.
Welke manier je ook kiest, de 'doos van Pandora' wordt nu
nog steeds gebruikt. Open deze niet, ook al is de verleiding zo groot...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten