maandag 18 februari 2013

Narcissus en Echo


Daar waar ik afgelopen jaar in het voorjaar al enkele Griekse mythen heb uitgewerkt - of Romeinse mythen  geannexeerd van de Grieken - hoop ik dit jaar daar mee verder te gaan. De vorige verhalen kan je allemaal vinden op mijn blog: ga aan de rechterkant van deze pagina naar het kopje 'Labels' en klik op 'Dummies'. Daar vind je ze allemaal. Van Pyramus en Thisbe tot aan Atalanta.

Het komende verhaal is een combinatie van twee verhalen, de ene komt uit de Homerische hymnen terwijl de andere geschreven is door Ovidius, een Romein.

Ovidius / Homerische Hymnen
'Narcissus en Echo'

Narcissus was aan de ene kant een gewone jongen, net als velen van ons, maar tegelijkertijd was hij ook bijzonder. Zijn vader, een mens, en zijn moeder, een bosnimf, waren niet een perfecte match. Nadat de vader van Narcissus hem verwekt had, vertrok hij weer. Zo gebeurde het in die tijd helaas wel vaker.

Narcissus lag hiervan geheel niet wakker. Zijn moeder hield van hem en hij was bijna net zo mooi als dat zijn moeder was. Elke dag weer werd hij schoner en mooier, en elke dag waren er meer nimfen die alles wel voor hem zouden doen.

Zijn moeder stuurde op een dag een boodschapper om de blinde ziener Tereisias (die overigens in vele verhalen voorkomt) op te halen. Ze wil zijn mening hebben over haar zoon. Eenmaal aangekomen vertelt Tereisias: 'Als hij geen misbruik maakt van zijn uiterlijk, zou hij wel eens erg oud kunnen worden.' Zijn moeder wist niet precies wat ze daarover moest denken. Blij, omdat hij dus erg oud kon worden, of verdrietig, omdat het dus ook zomaar fout kon gaan.

Narcissus maakte het zelf niet zo uit. Het liefst ging hij jagen of de wildernis in om maar alleen te zijn. Al die mensen die bedelden om zijn vriendschap of om zijn liefde... hij hoefde dat niet. En ook al vonden de mensen dat gek, toch vergaven ze hem weer als ze hem zagen. Zo mooi was hij.

Ondertussen zaten de goden ook niet stil. Zeus was weer eens op pad gegaan en zijn vrouw, Hera, was hem jaloers gevolgd. Zo kwam ze op een plek waar allemaal bosnimfen bijeen waren. Ze luisterde op een afstandje en hoorde één van hen de hele tijd met het hoogste woord praten. Omdat ze dacht dat dat meisje wel eens de nieuwe liefde van haar man zou kunnen zijn, vervloekte ze haar: Ze zou altijd het laatste woord hebben en nooit meer het eerste. Sindsdien zou ze Echo heten.

Haar mede-bosnimfen lachten haar daardoor uit en Echo, zonder dat ze dus tegenspraak kon bieden, vertrok en zwierf door de bossen. Ze schuwde mensen maar toen ze de beeldschone Narcissus zag, kon ze geen weerstand bieden. Ze bleef bij hem in de buurt - maar wel uit het zicht.
Ze droomde al van hem en haar samen, maar wist diep in haar hart dat dit onmogelijk was. Toch probeerde ze het.

Op een dag, terwijl Narcissus in de bergen was, bekroop hem het gevoel dat er iemand hem volgde. Hij begon te roepen: 'Hallo!' en hoorde als antwoord een zacht 'Hallo' daarop volgen.
'Is daar iemand?' riep hij daarna, en hij hoorde het woord 'iemand' weer zachtjes volgen.

'Waar ben je en waarom verstop je je voor mij?' riep Narcissus, en Echo herhaalde opnieuw: 'Waarom verstop je je voor mij?'

Narcissus keek weer om zich heen, om te zien wie daar was en riep toen: 'Kom te voorschijn.'
En Echo, blij geworden omdat hij haar wilde zien, zei: 'Kom te voorschijn,' terwijl ze uit haar schuilplaats liep naar hem om hem te omhelzen. Maar Narcissus, die liever alleen was, moest daar niets van hebben en hij ging op de vlucht terwijl hij riep: 'Van jou houden? Dan sterf ik liever.'
Echo kon alleen maar herhalen: 'Dan sterf ik liever!'

Echo dwaalde daarna alleen verder, zich verschuilend in grotten en putten.

Narcissus had hiervan niets in de gaten. Hij had dorst en wilde wat drinken. Dus toen hij een plas water vond om daar wat uit te drinken, dronk hij gulzig totdat hij, in het water iemand zag.
Hij werd op slag verliefd op de persoon die hij in het water zag en bleef maak kijken en kijken. Zijn schok was dan ook groot toen hij merkte dat hij het zelf was, naar wie hij kijk. Zijn eigen weerspiegeling in het water.

Toch bleef hij daar, aan het rand van het water, bij zijn eigen weerspiegeling. Enkele vrienden en vriendinnen kwamen langs en wilden hem meenemen naar huis, naar zijn moeder, maar Narcissus wilde niet. Hij zou blijven.
Enkele dagen later, toen de vrienden weer terug kwamen, zagen ze alleen nog wat botten liggen. Narcissus was gestorven. Maar tussen de resten kwamen wat mooie bloemen opzetten, die gaven ze maar zijn naam: de narcis.

---

Dit verhaal vertelt dus naast de oorsprong van de Narcis ook waar de Echo vandaan komt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten