Bran en Branwen
vervolg
Maar Branwen was slim en vond een manier om haar broer te
laten weten hoe de Ieren haar behandelden. Voorzichtig en geduldig temde ze een
spreeuw dat ze voedde. De wijze vrouwen van Wales stonden bekend om hun
vermogen om met vogels te praten, dus schreef ze een briefje op een klein
stukje papier, bond het aan de poot van het diertje en vertelde het om direct
naar Bran te vliegen.
Op het moment dat de vogel bij Bran aankwam en hij het
bericht gelezen had, kookte zijn bloed van woede. ‘Kom mannen,’ bulderde hij, ‘we
gaan in de aanval!’ Al de edelen gingen akkoord met deze beslissing. Ze lieten
zeven jonge notabelen achter om het land te beschermen en te besturen.
Bran leidde zijn leger naar Ierland. Zijn mannen zeilden
in schepen, maar er was geen schip groot genoeg om hem te herbergen. Daarom
waadde hij door de zee. Op zijn schouders droeg hij zijn favoriete muzikanten.
Op een dag waren een paar van koning Mallolwch’s mannen
hun schapen en varkens aan het hoedden bij de zee. Kijkend naar de zee zagen ze
iets vreemds aankomen. Meteen renden ze naar de koning om hem te informeren.
‘Sire,’ hijgden ze, ‘er is een bos op het water! Het komt
recht op ons af, en snel ook!’
De koning schrok: ‘Vertel verder!’
‘We zagen ook een grote berg. Het bewoog! Bijna helemaal
bovenop is een klif, en er zijn ook twee poelen met water.’
Branwen glimlachte toen het nieuws haar ten gehore kwam.
Zij wist wel wie die berg was. Het was Bran, haar grote, reusachtige broer. De
klif kan niet anders dan zijn neus zijn en de waterpoelen zijn ogen. Het bos zullen
wel de masten van de schepen zijn. Ze kwamen om haar te redden!
De Ierse mannen waren doodsbang. ‘Wij kunnen niet vechten
tegen een berg,’ zeiden ze tegen elkaar. ‘Laten we verder landinwaarts gaan,
over de diepe rivier. Als we de brug vernielen als we er overheen zijn, kunnen
de Welsh ons vast niet volgen! Ze kunnen dan niet bij ons komen!’
Hoe fout konden ze het hebben. Toen Bran de ravage van de
kapotte brug zag, twijfelde hij geen moment. Hij ging liggen in het water,
strekte zijn handen van de ene kant naar de andere en zo konden zijn mannen van
de ene naar de andere kant komen.
Koning Mallolwch had geen andere keus meer. Nu was het
zijn beurt om de gasten te verwelkomen. Hij zond boodschappers naar Bran. ‘Kom
deze kant maar op, koning.’ Zeiden ze bang glimlachend. ‘Onze koning zend zijn
groeten.’
Mallolwch wist dat hij de oorlog, als deze zou komen, zou
verliezen en zocht naar een manier om deze te voorkomen. Er was slechts één
manier – hij zou zijn koningschap opgeven en zijn zoon, Branwen’s kind, koning
maken.
Dat is wat hij deed, althans, hij beloofde het. Maar het
was niet genoeg. Bran was nog steeds verbolgen over de manier waarop zijn zus
behandeld was bij de Ieren.
De Ierse edelen kwamen daarna met een idee: ‘U moet voor
Bran een huis bouwen, zo mooi mogelijk. Hij heeft immers nog nooit een huis
gehad… Hij zal het zien als een grote eer.’
Branwen sprak in de tussentijd met haar broer.
‘Alsjeblieft,’ zei ze, ‘ga niet omwille van mij een oorlog beginnen. Het zal
alleen maar onschuldige mensen doden.’
Bran accepteerde Branwen’s slimme advies. Zijn huis werd
gebouwd: groot, majestueus en bijzonder. Er was ruimte voor Bran en heel zijn
leger daarbinnen. Maar de mannen van Mallolwch hadden niet zomaar de strijd
opgegeven. Binnenin het huis va Bran hadden ze honderd zakken achtergelaten. Ze
zeiden dat deze vol zaten met het beste meel, maar er zaten honderd van de
beste Ierse strijders in.
Evnissyen was met Bran meegekomen naar Ierland. Hij
bekeek de zakken achterdochtig en pakte ze daarna één voor één vast. Hij kneep
er zo hard in dat de strijder binnenin zelfs doodging. Honderd mannen, zomaar
dood.
Die avond hield Mallolwch een groot feest. Bran en zijn
leger waren er, evenals het leger van de Ieren. De Ierse koning maakte tijdens
het feest bekend dat de zoon van Branwen de troon zou overnemen, hij zou de
nieuwe koning worden van Ierland en zou vrede brengen tussen beide landen.
Bran en Branwen waren erg blij met deze beslissing maar –
opnieuw – Evnissyen was jaloers. Hij pakte de zoon op bij zijn hiel en gooide
hem in het vuur.
Branwen schreeuwde het uit en probeerde haar zoon te
redden. De vlammen waren echter te fel en dodelijk, dat Bran haar bij het vuur
vandaan moest trekken. Zo redde hij in ieder geval haar leven.
Toen hij om zich heen keek zag hij het vuur in de ogen
van de Ieren branden: zij hadden net hun troonopvolger in vlammen zien opgaan
en hij greep zijn zwaard en schild.
De slag die volgde was woest en bloedig. Gevechten als
deze hadden nog nooit eerder in Ierland plaatsgevonden. De Welsh leken te
winnen, totdat de mannen van Mallolwch hun weg vonden naar het vuur. Ze droegen
de magische ketel bij zich en gooiden de Ierse doden in de pot. Zodra dat
gebeurde waren de mannen weer levend, exact zoals Bran gezegd had, en begonnen
ze direct weer te vechten.
Evnissyen keek toe en zijn woeste, jaloerse hart sloeg
wild met een nieuwe passie: Hij kon zijn broeders toch niet allemaal laten
afslachten? Hij moest zijn land en volk helpen!
Dus besloot Evnissyen zich te verstoppen tussen de dode
Ieren en hij werd, net als de andere doden, in de ketel gelegd. Maar in plaats
van er levend weer uit te springen maakte hij zich zo lang mogelijk. Hij
strekte zich zover uit dat de ketel compleet versplinterde. De magie die de
ketel eens bevatte doodde Evnissyen. Hij brak ook in duizenden stukken, maar
stierf trots en blij. Voor het eerst in zijn leven deed hij iets om vrede te
brengen.
Zonder de magische ketel raakten de Ieren al snel hun
leger kwijt. De Welsh wonnen, al hadden ze maar zeven man over. Bran had het
ook overleefd, al had een speer met een giftige punt hem wel geraakt in zijn
voet.
‘Wanneer ik sterf,’ zei hij, ‘wil ik dat mijn hoofd wordt
afgehakt en naar Londen gaat. Daar moet je het begraven, mijn ogen gericht op
Frankrijk.’ Hij glimlachte. ‘Daarna heb je nog een wonderlijke reis te gaan.’
‘Eerst moet je een feestmaal aanrichten bij mijn oude
paleis in Pembroke, Zuid-Wales. Onthoud wel het volgende: alle deuren die naar
het zuiden opengaan moeten dicht blijven! Als je ze opent zal mijn hoofd
wegrotten.’
Rouwend deden zijn mannen zoals Bran had gezegd. Ze namen
Branwen ook mee naar huis. Toen ze de zee hadden overgestoken keek zij nog eens
achterom. Ierland, het land waar haar broer begraven was, het land waar haar
man begraven was… Ze zuchtte. Zo’n strijd wilde ze nooit meer meemaken.
‘Ik had nooit geboren moeten worden,’ zuchtte ze, ‘mijn
schoonheid heeft zoveel pijn veroorzaakt. De mannen van twee landen zijn
geslacht, en dat allemaal vanwege mij…’
Ze huilde, haar hart brak van verdriet en ze deelde het
lot van haar broer en haar man. De Welsh begroeven haar waar ze stierf.
Hoe het verder ging met Bran – hij stierf ook. Het gif
van de speer doodde hem. Maar zijn hoofd bleef leven. De mannen droegen het met
zich mee, en hun reis was wonderlijk.
Bij het koninklijk paleis bij Harlech, bij Pembroke,
waren drie vogels en hun gezang was zo mooi dat de mannen zeven jaar daar
verbleven. De vogels waren gestuurd door Rhiannon, de godin-koningin. ‘De
vogels kunnen de doden uit hun slaap wekken,’ glimlachte ze, ‘en een vredige
slaap geven aan de levenden.’
De mannen vergaten al hun verlies en hun zorgen. Het was
alsof Bran nog bij hen was, hun leider en koning.
Ze waren acht blije jaren daar, zonder te weten wat er achter
hun lag. Toen, op een dag, vergetend wat Bran tegen hen gezegd had, opende een
man een deur op het zuiden. Opeens kwam al de pijn en verdriet terug – ze herinnerden
zich Bran, hun nobele leider en hoe hij stierf.
Bedroefd, maar gehaast, maakten ze hun weg naar Londen.
Elke dag leek het hoofd van Bran kleiner te worden. Net op tijd kwamen ze aan
in Londen, waar ze het hoofd begroeven bij de Witte Heuvel aan de rivier.
Ze draaiden zich om en begonnen aan de reis terug naar
huis, terug naar Wales. Hun gedachten waren vol van verdrietige herinneringen.
Maar opeens verdwenen hun pijn en zorgen! Ze hoorden iets. En niet zomaar iets,
ze hoorden Bran!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten