woensdag 14 oktober 2015

Stel: Je bent net overleden...

Stel: Je bent net overleden...

Nogal een binnenkomer, nietwaar? Ook al ga ik er vanuit dat dit voor niemand die dit leest het geval is - als je gestorven bent kun je moeilijk eerst een computer aanzetten en daarna ook nog eens dit stuk lezen - toch hoop ik dat je verder leest. Het is namelijk belangrijk. Nogal raadzaam om verder te lezen. Dus, laat ik weer opnieuw beginnen.

Stel: Je bent gestorven.

Vraag me niet hoe je gestorven bent of waarom ik daarvan weet en, misschien nog wel een betere vraag, waarom ik nu aan een dode schrijf, want ook dat raakt de kern van het verhaal niet. Sterker nog, wederom loop ik bij het verhaal weg. Laat ik dus nog eenmaal opnieuw beginnen en dit keer mag je jezelf dus geen onnodige vragen stellen die ik dan weer moet beantwoorden. Vragen mogen dus alleen nog maar als je het stuk uitgelezen hebt. punt.

Stel: Je bent dood. Morsdood. Artsen hebben je net doodverklaard, er is niets meer aan te doen. Geen weg terug, het einde is gekomen. Je bent de pijp uit en hebt diezelfde pijp aan Maarten gegeven. Helaas pindakaas, de olifant blies jouw verhaaltje uit. The end.

Tja, dat is misschien even schrikken. Je wordt begraven, gecremeerd of wat voor ander gekke wens je dan ook maar hebt - een zeemansgraf lijkt mij nog wel een mooi idee. En dan?
Jij bent in de hemel - of waar jij denkt heen te gaan - en je lichaam is hier op aarde. Wat doe je daar dan nog mee? Wat doe je met je hart, je nieren of je longen? Heb je je alvleesklier, je lever of je hartkleppen nog nodig? Heb je je hoornvlies nog nodig om door te kijken?

Natuurlijk heb je nu een idee waar ik heen wil gaan. Je snapt ook waarom ik je, aan het begin van het verhaal, dood verklaard heb. Althans, dat hoop ik.

Deze week is het de nationale donorweek; een week waarin er extra aandacht wordt gegeven aan de vraag of JIJ al een donor bent. Of jij bereid bent om na je dood nog anderen te kunnen helpen. Let even op het woordje 'na'. Jij bent al gestorven, er kan voor jou niets meer gedaan worden. Toch kan je dan nog anderen helpen!

Stel: je hart begeeft het. Ook al niet zo'n prettig vooruitzicht - sterker nog, dat wil ik eigenlijk helemaal niet - maar het gebeurt wel eens. Een pacemaker werkt dan wel, maar dat is slechts een tussenoplossing. Zo'n apparaat werkt alleen als je hart er deels mee gestopt is. Als hij helemaal stopt dan... tja, dan sterf je ook.
Hetzelfde geldt ook voor je longen, je nieren, je lever, je alvleesklier en je dunne darm. Om nog maar niet te spreken over hartkleppen, bloedvaten en je hoornvlies.

Als jij iemand anders kan helpen, waarom zou je het dan niet doen?

Als je nog geen donor bent: ga dan naar deze site: www.wordookdonor.nl
Als je meer wilt weten, ga dan naar de site van de Donorvoorlichting

Ja. Ik ben al donor. Dat heb ik op mijn achttiende al besloten. Tegelijkertijd ook nee, ik geef niet alles weg. Dat is ook iets waar je voor kan kiezen. Je hoeft niet alles weg te doen. Ook al weet ik dat ik er na mijn sterven niets meer mee kan, toch wil ik mijn hart houden. Dat is misschien wat apart - 'ga dan all-in' - maar dat is mijn persoonlijke keus. Dat wil ik. En dat respecteren ze.

---

Om even iets te schetsen het volgende. De Nederlandse overheid - de doktoren, ziekenhuizen en artsen - mogen niets doen tenzij jij hebt aangegeven dat het mag. Netjes van ze, nietwaar? Er zijn ook andere landen waar het andersom gaat: als je niets aangeeft gaan ze er vanuit dat je toestemming geeft. Wie zwijgt stemt immers toe. In ons land zijn ook stemmen geweest om het zo te doen. Want JA zeggen... daar moet je iets voor doen. En als je niets doet, dan ben je toch ook klaar?

Kom op, neem eventjes twee minuutjes van je tijd om jezelf te registreren. Doe je het niet voor jezelf, doe het dan voor anderen. En... wat als jij later iets nodig hebt? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten