dinsdag 13 oktober 2015

Lugh en de Tuatha Dé Danann

's Ochtends vroeg, op het moment dat de poort van de stad Tara nog dicht is, staat een jongeman voor de poort te wachten. Zijn naam is Lugh en hij wil de koning van de Tuatha Dé Danann graag van dienst zijn. Die koning, de eenhandige Nuada, gaf een groot feest ter voorbereiding voor de komende strijd tussen de Tuatha Dé en de Fomoren, hun rivalen. De Fomoren worden sterker en sterker, en als er niet snel iemand zich opwerpt als held, zouden ze wel eens helemaal uitgeschakeld kunnen worden.

Op het moment dat de poort opengaat wil hij naar binnengaan, maar de poortwachter stopt hem en vraag hem naar zijn naam.
"Ik ben Lugh, zoon van Cian van de Tuatha Dé en kleinzoon van Balor van de Fomoren." beantwoord hij de vraag.
"Oké," zegt de wachter, "Jij weet de regels om de stad in te mogen?"
Op die vraag weet Lugh het antwoord niet. "Geen idee," zegt hij.

"Nou," begint de poortwachter, "allereerst moet je een beroep hebben. Daar moet je behendig in zijn. Dus..." De man keek hem strak aan, "waarmee kan jij de koning van dienst zijn?"
Lugh dacht even na en zegt dan: "Ik ben een goede timmerman."
Dat antwoord maakt absoluut geen indruk op de poortwachter, die aangeeft dat er in de stad al een timmerman is, genaamd Luchtar. "Jouw diensten zijn dus niet nodig."

Lugh wordt weggestuurd en moet weer achteraan de rij aansluiten. Op het moment dat hij weer vooraan staat, heeft hij zijn antwoord gereed.
"Jij weer?" zegt de niet-verbaasde poortwachter.
"Ja, ik ben er weer. Ik ben namelijk smid."
"Echt waar, jongen?" lachte de poortwachter. Toch bekeek de man Lugh en zag dat hij het lijf er wel voor had.
"Helaas kan ik je niet binnenlaten, want we hebben al een smid." Een goede ook, deze Colum Cuaillemech, die al meerdere verbeteringen had bedacht die de mensen in de stad vaak gebruikten.

Weer moest Lugh achteraan de rij aansluiten. Gelukkig was hij nu wat korter, waardoor hij al snel weer vooraan de rij stond. Hij probeerde weer binnen te komen, ditmaal als kampioen, maar ook dit keer werd hij geweigerd.
Daarna probeerde hij het ook als harpist, krijger, dichter, geschiedschrijver, magiër en metaalbewerker. Maar niets van dit alles was nodig in de stad, gaf de wachter aan. De mensen van de stad Tara van het volk van de Tuatha Dé Danann waren al voorzien van al deze beroepen.

Uiteindelijk smeekte Lugh de man om hem binnen te laten. "Vraag koning Nuada alsjeblieft of hij iemand kent die al deze vaardigheden bezit."
De poortwachter, die wel enigszins medelijden kreeg met de jongen, stuurde een knecht naar de koning. Deze zei het volgende tegen Nuada:
"Grote koning Nuada, bij de poort staat een man die Lugh heet, maar hij zou eigenlijk Ildanach moeten heten, meester van alle ambachten." Dit omdat hij natuurlijk in zijn eentje kon waar de stad vele mensen voor nodig had.

De koning, enigszins nieuwsgierig geworden, stuurde een schaakbord en een schaakspeler naar de poort toe, om de nieuwkomer uit te dagen. Daar spelen beide mannen een pot, waarna Lugh als overwinnaar overblijft. Hij zet de ander in enkele zetten schaakmat.
Daarna mocht Lugh binnenkomen, maar de uitdagingen waren nog niet voorbij. Nuada liet Ogma, de belanrijkste strijder van de Tuatha Dé, naar voren komen. Lugh werd er naast gezet en hij zag dat Ogma een tegel uit de grond oppakte.
Dat lijkt misschien niet zo'n bijzonder feit, maar wel als je weet dat deze tegels vrij groot en enorm zwaar waren. Dat maakte het allemaal een stuk indrukwekkender.
Ogma werpt de tegel zo ver als hij kan en kijkt daarna Lugh uitdagend aan.

Lugh haalt zijn schouders op, loopt naar de tegel die tientallen meters verderop ligt en draait zich om naar de koning. Hij knikt eerbiedig naar de koning, draait zich weer om en pakt de tegel moeiteloos op. Hij kijkt even waar Ogma staat - naast een gat in de grond waar de tegel eens lag - en werpt deze dan naar hem toe.
De tegel vliegt door de lucht en landt precies in het gat wat Ogma had gemaakt.

Terwijl de gehele hofhouding klapt, pakt Lugh een harp van een speler af en begint te spelen. Hij zingt een heldendicht en na de eerste aanslagen op de snaren is iedereen doodstil. Hij begint te zingen.

--- Een heldendicht over een vijand die hen overschaduwt, hoop die terugkomt met de komst van een held en een uiteindelijke overwinning op de vijand aan de hand van de held. ---

Lugh en zijn speer
H.R. Millar (1905)
(bron: wikipedia)
Enkele tellen na de laatste noot kijkt hij rond. De mensen staan stokstijf om hem heen, de tranen in de ogen. Zelfs de koning houdt het niet droog. Nuada spreekt na een tijdje:
"Landgenoten, ik denk dat ik voor ieder spreek als ik als zeg dat we een held gevonden hebben. Iemand die sterk is en ons leiden zal in de strijd tegen de vijand. Wat vinden we daarvan?"
Alle aanwezigen juichen, en zo wordt Lugh de aanvoerder in de komende strijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten